Nabespreking studieactiviteit

Zijn er vragen na het doorlezen van de protocollen?

 

Beantwoord in tweetallen onderstaande vragen met de protocollen die je meegenomen hebt, jullie krijgen hier 15min de tijd voor:

  1. Wanneer je de bloeddruk meet, doe je dit om een bovenarm, wanneer mag dit niet? Noem 4 redenen.
  2. Hoe kan je de systolische druk bepalen?
  3. Hoe kan je de diastolische druk bepalen?
  4. Wanneer is er sprake van orthostatische hypotensie?
  5. Welke instructies geef je de zorgvrager bij het meten van de bloeddruk? Noem er drie en motiveer je antwoord.
  6. Waarom mag je de duim niet gebruiken bij het meten van de polsslag?
  7. De hartslag kan je aan de pols meten, maar er zijn nog vier andere plaatsen waar je dit kan doen. Welke zijn dit?
  8. Wat zijn oorzaken van een hoge hartslag (tachycardie)? Noem er vier.
  9. Bij de controle van de hartslag heb je verschillende observatiepunten. Welke vier zijn dit?

 

De docent bespreekt de antwoorden klassikaal na.