Elke godsdienst begint met een kleine groep van volgelingen die geloven in de ideeën of openbaringen die de stichters van de godsdienst met hen deelden.
In de afgelopen eeuwen zijn de wereldgodsdiensten – met uitzondering van het jodendom – erg gegroeid in het aantal gelovigen en verspreid over grote gebieden.
Deze verspreiding heeft op verschillende manieren plaatsgevonden, door middel van bekering van niet-gelovigen en andersgelovigen en door migratie van gelovigen.