11 Wat is er aan de hand?

In dit thema leer je de volgende woorden:

Het lichaam- de lichamen

de arm- de armen

de hand- de handen

de voet- de voeten

de tand- de tanden

de buik- de buiken

het hoofd- de hoofden

de knie- de knieën

 

de neus- de neuzen

de kies- de kiezen

 

de rug- de ruggen

 

de teen de tenen

het oog- de ogen

het oor- de oren

het been- de benen

de schouder- de schouders

de vinger – de vingers

 

Ik moet hoesten

Ik moet niezen.

Ik heb buikpijn.

Ik heb oorpijn.

Ik heb rugpijn.

Ik heb tandpijn/kiespijn.

Ik heb keelpijn.

Ik heb hoofdpijn.

Ik ben verkouden.

Ik heb koorts. Ik heb 38,5⁰

Ik heb pijn aan mijn schouder.

Ik heb pijn aan mijn arm.

Ik heb pijn aan mijn voet.

Ik heb pijn aan mijn been.

Ik heb pijn aan mijn knie.

De dokter- de dokters

de verwijsbrief- de verwijsbrieven

 

de afspraak- de afspraken

het spreekuur- de spreekuren

 

het recept- de recepten

 

op afspraak ←→ zonderafspraak

op recept ←→ zonder recept

 

De dokter- de dokters

de verwijsbrief- de verwijsbrieven

 

de afspraak- de afspraken

het spreekuur- de spreekuren

 

het recept- de recepten

 

op afspraak ←→ zonderafspraak

op recept ←→ zonder recept

 

Hoe vaak….?

Een/Twee/Drie keer per dag.

Twee à drie uur.

Om de twee à drie uur.

Om de acht uur.

Maximaal vier tabletjes per dag.

 

Wanneer?

Voor de maaltijd.

Tijdens de maaltijd.

Na de maaltijd.

 

Werkwoord

hoesten

niezen

inademen

uitademen

uitdoen

uitsteken

nemen

innemen

ik hoest

ik nies

ik adem                                                        in

ik adem                                                        uit

ik doe mijn  bovenkleding                        uit

ik steek mijn tong                                      uit