In dit thema leer je de volgende woorden:
Het lichaam- de lichamen |
|
de arm- de armen de hand- de handen de voet- de voeten de tand- de tanden de buik- de buiken |
het hoofd- de hoofden |
de knie- de knieën |
|
de neus- de neuzen de kies- de kiezen |
|
de rug- de ruggen |
|
de teen de tenen |
het oog- de ogen het oor- de oren het been- de benen |
de schouder- de schouders de vinger – de vingers |
|
Ik moet hoesten Ik moet niezen. Ik heb buikpijn. Ik heb oorpijn. Ik heb rugpijn. Ik heb tandpijn/kiespijn. Ik heb keelpijn. Ik heb hoofdpijn. Ik ben verkouden. Ik heb koorts. Ik heb 38,5⁰ Ik heb pijn aan mijn schouder. Ik heb pijn aan mijn arm. Ik heb pijn aan mijn voet. Ik heb pijn aan mijn been. Ik heb pijn aan mijn knie. |
De dokter- de dokters |
|
de verwijsbrief- de verwijsbrieven |
|
de afspraak- de afspraken |
het spreekuur- de spreekuren |
|
het recept- de recepten |
op afspraak ←→ zonderafspraak op recept ←→ zonder recept |
De dokter- de dokters |
|
de verwijsbrief- de verwijsbrieven |
|
de afspraak- de afspraken |
het spreekuur- de spreekuren |
|
het recept- de recepten |
op afspraak ←→ zonderafspraak op recept ←→ zonder recept |
Hoe vaak….? |
Een/Twee/Drie keer per dag. Twee à drie uur. Om de twee à drie uur. Om de acht uur. Maximaal vier tabletjes per dag. |
Wanneer? |
||
Voor de maaltijd. |
Tijdens de maaltijd. |
Na de maaltijd. |
Werkwoord |
|
hoesten niezen inademen uitademen uitdoen uitsteken nemen innemen |
ik hoest ik nies ik adem in ik adem uit ik doe mijn bovenkleding uit ik steek mijn tong uit
|