Met de dichtheid kun je rekenen tussen een volume (in bv mL, L of m3) en massa (in bv mg, g of kg).
Dichtheid is een stofeigenschap (zie Binas 8 t/m 12).
De dichtheid is afhankelijk van de temperatuur. Dat is vooral bij gassen van belang. Als je een gas verwarmt zet het uit, de dichtheid wordt dan kleiner. De dichtheid voor gassen in tabel 12 geldt bij T = 273 K.
We gebruiken de dichtheid alleen voor zuivere stoffen. Een uitzondering is lucht, dat is een mengsel maar de dichtheid ervan staat wel in tabel 12. Je kunt de dichtheid niet gebruiken bij oplossingen (tenzij in een opgave een dichtheid is gegeven). De dichtheid van een oplossing hangt namelijk af van hoeveel stof die er is opgelost. Bij oplossingen rekenen we met de molariteit (zie onderdeel Molariteit).
Let op de eenheden in binas: Bij vaste stoffen en vloeistoffen (tabel 8 t/m 11) hoort achter de dichtheid x103kgm-3 te staan, dat is dezelfde getalswaarde als bij g/mL of g/cm3. Bij gassen (tabel 12) staat er kgm-3 als eenheid, dat heeft dezelfde getalswaarde als g/L. Tabel 12 geldt voor T = 273 K. Als een stof niet in tabel 12 staat of als je T = 298 K hebt, kun je met Vm rekenen (zie onderdeel Molair Volume van een Gas).
De formule waar we mee rekenen is: dichtheid = massa / volume.