17.2 Infectieziekten

Wanneer een kind eenmaal de neonatale periode doorstaan heeft, zijn diarree en pneumonie (longontsteking) de belangrijkste gevaren voor zijn of haar gezondheid. Respectievelijk 8% en 12% van de sterfte onder de vijf jaar wordt veroorzaakt door diarree en pneumonie. Deze beide infectieziekten kunnen worden veroorzaakt door verschillende ziekteverwekkers. Ook bij de overige oorzaken van kindersterfte zijn veel infectieziekten te vinden: malaria, AIDS, mazelen en meningitis (hersenvliesontsteking) worden door pathogenen veroorzaakt, zie figuur 17.2.

De verspreiding van infectieziekten is te voorkomen. Dit biedt hoop voor het terugdringen van kindersterfte. Hiervoor is het vaak wel noodzakelijk dat leefomstandigheden veranderen, waardoor de transmissie van ziekteverwekkers vermindert of stopt. Helaas blijkt het erg moeilijk verbetering aan te brengen in leefomstandigheden van kinderen in regio’s met grote armoede en/of een slechte infrastructuur.

Diarree komt voornamelijk voor bij kinderen onder de twee jaar en kan veroorzaakt worden door verschillende pathogenen. Bacteriën, virussen en eukaryote parasieten kunnen de oorzaak zijn van diarree en leiden tot de dood van 1,5 miljoen kinderen per jaar. Ondervoeding maakt kinderen extra kwetsbaar voor diarree, zoals verder beschreven in paragraaf 17.3. De pathogenen die diarree veroorzaken worden overgedragen via de feco-orale route. Dit is een veelvoorkomende besmettingsroute waarbij pathogenen (of bijvoorbeeld hun eitjes) worden uitgescheiden met de ontlasting en door slechte hygiënische omstandigheden, of door het besmet raken van (drink)water een nieuwe gastheer via de mond infecteren. Een reeds besmette gastheer kan ook zichzelf op deze manier herinfecteren, waardoor de infectie in stand blijft.

We onderscheiden verschillende soorten diarree: acute (kortdurende) en persistente diarree. Persistente diarree duurt 14 dagen of langer. Acute bloederige diarree heet dysenterie. Dysenterie wordt meestal veroorzaakt door de bacterie Shigella, of door de eencellige parasiet Entamoeba histolytica. Beide infecties kunnen worden voorkomen door goede hygiëne. Dit geldt ook voor cholera, wat acute waterige diarree veroorzaakt. Cholera wordt veroorzaakt door de bacterie Vibrio cholerae, welke wordt overgedragen via besmet water en voedsel. Vibrio cholerae is een extreem virulent pathogeen: het is zeer besmettelijk en kan binnen een aantal uren de dood veroorzaken. Ook in het geval van cholera zijn ondervoede kinderen extra kwetsbaar, net als kinderen die HIV-positief zijn. Voor effectieve behandeling van cholera is geen duur medicijn nodig: 80% van de patiënten kan genezen door behandeling met ‘oral rehydration salt’ (ORS), een eenvoudige en goedkope oplossing van zouten en suikers. Helaas is deze zorg nog onvoldoende beschikbaar in veel gebieden.

Ook luchtweginfecties (pneumonie) kunnen worden veroorzaakt door verschillende pathogenen: bacteriën, virussen en schimmels. Belangrijke bacteriële verwekkers van pneumonie zijn Streptococcus pneumoniae en Haemophilus influenzae type b. Bij HIV-geïnfecteerde kinderen zijn ook schimmels een belangrijke oorzaak van pneumonie. Pneumonie wordt veelal overgedragen via inhalatie van druppeltjes in de lucht (aerosolen). Factoren in de leefomgeving die het risico op besmetting verhogen zijn overvolle huizen, rokende ouders en het koken op hout of mest.

Diarree en pneumonie zijn samen verantwoordelijk voor de dood van ongeveer 2,3 miljoen kinderen per jaar. Beide aandoeningen kunnen echter grotendeels voorkomen of verholpen worden door goede hygiëne, ORS, vaccinatie en antibiotica. De meest effectieve maatregel om kindersterfte terug te dringen is echter zes maanden exclusieve borstvoeding. De versterkende werking van borstvoeding op het immuunsysteem is zo groot dat dit effectiever is tegen kindersterfte dan maatregelen zoals verbeterde hygiëne en vaccinatie. In tabel 17.1 zijn een aantal mogelijke maatregelen te zien voor het terugdringen van kindersterfte. Met stip op één staat borstvoeding, waarvan geschat wordt dat dit 13% van alle kindersterfte wereldwijd zou kunnen voorkomen.

Tabel 17.1 Mogelijke maatregelen om kindersterfte terug te dringen. Ontleend aan Jones, G. et al. How many child deaths can we prevent this year? Lancet 362, 65-71 (2003).
Preventieve maatregel geschatte duizenden doden voorkomen geschat percentage doden voorkomen
borstvoeding 1301 13
insecticide-behandeld materiaal 691 7
bijvoeding 587 6
schone bevallingen 411 4
Haemophilus influenzae type B vaccinatie 403 4
zink suppletie 351 4
schoon water, hygiene, sanitair 326 3
vitamine A suppletie 176 2
tetanus vaccinatie 161 2
mazelen vaccinatie 103 1