Welke activiteiten voeg je toe aan het plan van aanpak?

Om ervoor te zorgen dat het project duidelijk wordt en blijft, en om het project tot een goed einde te brengen, moet u een actieplan opstellen. In het plan van aanpak leg je uit waarom je het project wilt uitvoeren, hoe je het wilt doen en wat je ermee wilt bereiken.

1. Oriëntatie

Hierbij kijk je naar de verschillende niveau`s van het probleem of opdracht om een goed beeld te krijgen. We hebben het over micro-, meso- en macroniveau.
Microniveau: de cliënt of doelgroep
Mesoniveau: de opdrachtgever, instelling etc.
Macroniveau: sociale beleid en de wetgeving van gemeente en overheid, beleid en samenwerking met andere organisaties

 

2. Analyseren

Hierbij verzamel je informatie over de odpracht of doelgroep. Methodes, werkwijze en theorieën komen aan bod.

 

3. Strategie bepalen

Bepalen en verantwoorden van visie en strategie. Hierbij formuleer je ook doelen. Dit doe je meestal met de SMART methode. Je beschrijft dan wat je concreet gaan doen.

 

4. Uitvoeren

Je voert de activiteit uit. Je moet steeds in de gaten houden of wat je bedacht hebt nog steeds werkt en relevant is. Door te evalueren, is het mogelijk om nog vlak van tevoren je plan iets bij te stellen indien nodig.

 

5. Evaluatie

Je pakt de gestelde doelen erbij en evalueert hier op. Wat ging goed? wat kan de volgende keer anders? hoe hebben de deelnemers dit ervaren?