Bindingen: een overzicht

Metalen: bestaan alleen uit metaal-atomen (zie binas 99)

Metaalbinding is aanwezig in de vaste en vloeibare fase. Elektrostatische aantrekkingskracht tussen positieve metaal-ionen en vrije elektronen.

 

Zouten: bestaan uit ionen van (meestal) metalen en niet-metalen (zie binas 99)

Ionbinding is aanwezig in vaste en vloeibare fase, dus niet bij opgeloste zouten. Elektrostatische aantrekkingskracht tussen positieve en negatieve ionen.

 

Moleculaire stoffen: bestaan alleen uit niet-metaal-atomen (zie binas 99)

Atoombinding: aanwezig binnen moleculen in vaste, vloeibare en gasfase en ook als de stof is opgelost. Delen van elektronenpaar(en) tussen twee atomen.

Polaire atoombinding: elektronenpaar wordt niet 'eerlijk' gedeeld door groot verschil in elektronegativiteit (zie binas 40). Er ontstaat hierdoor een ladingsverdeling waardoor het atoom met hoge elektronegativiteit een beetje negatief (δ-) wordt en het atoom met de lagere elektronegativiteit een beetje positief (δ+). Er ontstaat zo een dipool.

Apolaire atoombinding: elektronenpaar wordt 'eerlijk' gedeeld door weinig verschil in elektronegativiteit (zie binas 40). Er ontstaat hierdoor geen ladingsverdeling.

Vanderwaalsbinding (molecuulbinding): tussen moleculen in vaste fase en vloeibare fase.

Waterstofbruggen (molecuulbinding): tussen moleculen met een O-H en/of N-H groep in vaste fase en vloeibare fase.

Hydrofoob: voornamelijk apolaire atoombindingen waardoor slecht oplosbaar in water en goed in olie. Stoffen met C-C, C-H bindingen en bindingen tussen dezelfde atoomsoort.

Hydrofiel: veel polaire atoombindingen of ladingen waardoor goed oplosbaar in water en slecht in olie. Stoffen met O-H, N-H en C=O bindingen en plus- en/of min-ladingen.