Atomen zijn opgebouwd uit drie verschillende bouwstenen: protonen, neutronen en elektronen.
deeltje | plaats in atoom | lading | massa |
---|---|---|---|
proton | kern | 1+ | 1 u |
neutron | kern | 0 | 1 u |
elektron | elektronenwolk | 1- | verwaarloosbaar |
Aantal protonen = atoomnummer
Aantal neutronen = massagetal-atoomnummer
Als een deeltje geen lading heeft is het aantal elektronen gelijk aan het aantal protonen.
Elektronen zijn verdeeld over schillen: eerst wordt de K-schil gevuld met maximaal 2 elektronen, dan de L-schil met maximaal 8 elektronen. Daarna volgen de M-schil met max 18 elektronen, N-schil etc.
Isotopen zijn atomen met hetzelfde atoomnummer maar een ander massagetal.