In deze opdracht ga je het volgende leren:
Stap 1: Open het document wat je voor opdracht 1 en 2 hebt gebruikt. Als het goed heb je de volgende dingen in het document staan:
Stap 2: Ga naar de pagina van opdracht 3. Ga onder de titel van de pagina staan.
Stap 3: Ga in het bovenste menu naar invoegen toe.
Stap 4: Bij invoegen klik je nu op het icoontje die op een afbeelding lijkt. Voeg een afbeelding toe.
Stap 5: Zodra je de afbeelding hebt ingevoegd zie je ook een extra functie bovenaan erbij komen. Deze functie heet afbeelding. Klik op deze functie.
Stap 6: Bij de functie afbeelding zie je tekstterugloop staan. Klik daarop. Dan komt er een menu naar beneden. Klik dan op Contour. Dit zorgt ervoor dat je afbeelding makkelijk kan verplaatsen in het document en dat je ook nog je tekst goed kan schrijven.
Stap 7: Je hebt nu als het goed is bij opdracht 3 een afbeelding staan. Leg kort uit eronder waarom je deze afbeelding in je document hebt gezet.
Stap 8: Stel je afbeelding is te groot of je wilt een stukje ervan er niet op hebben staan. Ga dan naar de functie bijsnijden. Dit is optioneel.