Welkom!

Welkom in Route Rood.

In deze route krijg je de theorie stap voor stap aangeboden. Je gaat per badje trainen en langzaamaan zal je merken dat je steeds beter wordt in het spellen van werkwoorden. Lees de tekst hieronder aandachtig door.

Je hebt twee vaardigheden nodig voor het correct spellen van de werkwoorden:

  1. Je moet de verschillende werkwoorden kunnen vervoegen. Je moet dus weten hoe je de verschillende soorten werkwoorden schrijft. Daarbij helpen de rijtjes die je ook op de basisschool hebt gemaakt.

     2. Je moet de functie van werkwoorden in de zin herkennen. Is het werkwoord een:

  1. persoonsvorm tegenwoordige tijd (PV, TT)
  2. persoonsvorm verleden tijd (PV, VT)
  3. voltooid deelwoord (VD)
  4. bijvoeglijk gebruikt werkwoord (ww als bn)

De combinatie van deze twee vaardigheden zorgt voor de correcte spelling van de werkwoorden. Het is belangrijk dat je bij een oefening de werkwoorden niet te snel invult. Je moet immers twee vaardigheden gebruiken en ze ook nog combineren.

In badje 1 krijg je uitleg over hoe je de persoonsvorm (PV) kan vinden en hoe je deze kan onderscheiden van het voltooid deelwoord (VD). Vervolgens ga je daarmee oefenen.

In badje 2 krijg je uitleg over de spelling van PV (TT) en PV (VT), daarna maak je oefeningen.

In badje 3 krijg je uitleg over de spelling van het voltooid deelwoord (VD), daarna maak je oefeningen.

In badje 4 krijg je uitleg over het werkwoord als bijvoeglijk naamwoord en ook hier ga je weer mee oefenen.

Ik raad je aan om per badje de theorie goed door te lezen én de kennisclip te bekijken.

Als je alle badjes doorgezwommen hebt, mag je proefzwemmen en als je dat haalt mag je afzwemmen voor je A-Diploma!