Badje 3: theorie

Voltooid deelwoord

Sterke werkwoorden:

Worden -  ik ben geworden

Lopen - ik heb gelopen

Kopen -  ik heb gekocht (verlengproef: kochten)

Zwakke werkwoorden:

Spelen -  ik heb gespeeld (verlengproef: gespeelde)

Redden -  ik heb gered (verlengproef: geredde)

--> om te weten of het voltooid deelwoord hier eindigt op een ‘d’ of een ‘t’, pas je de verlengproef toe. Dan hoor je vanzelf een 'd' of een 't'!

 

’t ex-kofschip: alleen bij twijfel

Als je twijfelt over de verlengproef, dan kan je een ‘ezelsbruggetje’ gebruiken bij PV (VT) en VD, om te weten te komen of je een -d of een -t schrijft.

Let op : alleen de medeklinkers doen mee in ’t ex-kofschip: T, X, K, F, S, C, H, P !

Stap 1: Doe  het werkwoord min -en.

Stap 2: Wat is de laatste medeklinker van het werkwoord min -en?

Stap 3: Als deze medeklinker in ‘t-ex-kofschip zit, dan schrijf je een ‘T’ in de persoonsvorm verleden tijd (PV, VT) of bij het voltooid deelwoord (VD).

VOORBEELD: werkwoord ‘redden’ --> geret of gered?

Stap 1: redd-

Stap 2: d

Stap 3: ‘d’ zit NIET in ’t ex-kofschip, dus je schrijft een ‘d’: gered

Een voltooid deelwoord kan gebruikt worden als bijvoeglijk naamwoord, bijvoorbeeld:

de gekleurde tekening

de verrotte appel

de geverfde muur

de uitvergrote foto (en niet: uitvergroote of uitvergrootte)

het uitgebrande huis (en niet: uitgebrandde)

 

Regel VD als bn:

Schrijf het voltooid deelwoord zo kort mogelijk.

VD: de regels https://youtu.be/biOWN-38hhg