Leerdoelen

Paragraaf 1

Paragraaf 2

Paragraaf 3

Paragraaf 4

Je kunt aan het einde van deze paragraaf:

  • Kennis nemen van het ontstaan van het Jodendom.
  • Weten wie Abraham is en wat zijn rol is in het Jodendom.
  • De begrippen monotheïsme en polytheïsme in eigen woorden uitleggen.

 

 

Je kunt aan het einde van de deze paragraaf:

  • Het begrip diaspora in eigen woorden uitleggen en wat voor invloed dat heeft gehad op de maatschappij in Nederland
  • minimaal 5 landen opnoemen waar grote populaties Joden voorkomen.
  • weten hoe Joden doden begraven.

 

Je kunt aan het einde van deze paragraaf:

  • Drie tradities benoemen die behoren tot het Jodendom
  • het verschil uitleggen tussen Orthodoxe en liberale Joden.
  • Drie verschillen benoemen tussen het hebreeuws en het Nederlands

 

 

Je kunt aan het einde van deze paragraaf:

  • De zes belangrijkste feestdagen van het Jodendom in eigen woorden uitleggen.