Paragraaf 2.1: Het ontstaan van het Jodendom

Het Jodendom is de oudste godsdienst van de drie godsdiensten die we dit jaar behandelen, vandaar dat we beginnen met het Jodendom.

de geschiedenis van het Jodendom begint met het verhaal van Abraham. Abraham werd zo’n 4000 jaar geleden geboren in Ur (in het huidige Irak). Abraham behoorde tot een nomadenvolk. Dat zijn mensen die geen vaste woonplaats hebben. Abraham keek vaak toe terwijl zijn vader Terach uit hout en steen godenbeelden maakte, hier verdiende hij namelijk geld mee. Mensen geloofden dat deze beelden bijzondere krachten bezaten. Maar Abraham geloofde hier niet in. Hij stelde hier zijn vader vaak ongemakkelijke vragen over, tot diens grote ergernis. Op een dag, toen Abraham alleen was in de winkel van zijn vader, sloeg hij alle godenbeelden stuk, behalve het grootste. Vervolgens duwde hij een zwaard in de hand van het grootste godenbeeld. Toen zijn vader terugkwam werd hij woest, maar Abraham vertelde dat het grootste godenbeeld de andere godenbeelden had omgestoten. Toen Terach zei dat dit niet kon omdat godenbeelden geen ziel hebben, praatte hij zichzelf aardig klem. Dit verhaal is volgens de Joden het begin van het verbond tussen Abraham en god.

Toen zijn vader gestorven was trok Abraham met zijn vrouwen richting Charan (in het huidige Turkije). Hier kwam hij in aanraking met God, die hem vertelde dat hij naar Kanaän moest gaan. Eenmaal aangekomen in Kanaän was hij al rond de 90 jaar en had hij geen zoon om hem op te volgen. Ook zijn vrouwen waren al oud en niet meer vruchtbaar. Toen zei god tegen hem: ‘’de sterren die je ziet, kan je ze tellen Abraham?’’ waarop Abraham antwoorde: ‘’nee Heer, ze zijn ontelbaar’’. Zoveel mensen zullen jou als aartsvader zien vertelde God.

Hierna schonk God Abraham twee zonen bij twee van zijn vrouwen, Ismael en Isaak. Ismael werd de aartsvader van alle Moslims en Isaak werd de aartsvader van alle Joden en Christenen.

Nakomelingen van Abraham

Abraham kreeg niet alleen vele kinderen, maar zijn kinderen kregen ook weer vele kinderen. Na een aantal keer verhuist te zijn, keerden de meeste van Abrahams nakomelingen altijd weer terug naar het beloofde land Israël (strijder van god). Het volk ging zich daarom ook de Israëlieten noemen. De stammen van Israël hebben zich later verenigd in een Koninkrijk Israël, totdat ze overheerst werden door aangrenzende rijken (Waaronder het Romeinse Rijk).

Het Joodse geloof werd niet door iedereen geaccepteerd. Soms werden de joden zelfs gestraft voor hun geloof.

De Joden waren de enige in het Midden-Oosten die maar in één god geloofde, de rest van de godsdiensten hadden meerder goden. Een geloof met maar een god noemen monotheïsme. Het geloof in meerdere goden noemen polytheïsme.