Je kunt aan het einde van deze paragraaf:
- Kennis nemen van het ontstaan van het Jodendom.
- Weten wie Abraham is en wat zijn rol is in het Jodendom.
- De begrippen monotheïsme en polytheïsme in eigen woorden uitleggen.
|
Je kunt aan het einde van de deze paragraaf:
- Het begrip diaspora in eigen woorden uitleggen en wat voor invloed dat heeft gehad op de maatschappij in Nederland
- minimaal 5 landen opnoemen waar grote populaties Joden voorkomen.
- weten hoe Joden doden begraven.
|
Je kunt aan het einde van deze paragraaf:
- Drie tradities benoemen die behoren tot het Jodendom
- het verschil uitleggen tussen Orthodoxe en liberale Joden.
- Drie verschillen benoemen tussen het hebreeuws en het Nederlands
|
Je kunt aan het einde van deze paragraaf:
- De zes belangrijkste feestdagen van het Jodendom in eigen woorden uitleggen.
|