Zoals jullie al eerder hebben geleerd hebben wij het in de economie over 4 productiefactoren.
Productiefactoren zijn dus middelen die ondernemers en bedrijven nodig hebben iets te kunnen produceren of om de onderneming goed te laten functioneren.
Er zijn 4 productiefactoren: Natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap.
Natuur is wat wij gebruiken uit de natuur of waar wij de natuur voor nodig hebben. Denk aan de wind die waait, de grond waar de boer zijn groente en fruit op verbouwd. Maar ook de lucht en de regen.
Dan wanneer natuur is gebruikt zijn er werknemers die arbeid leveren. Zij zorgen ervoor dat er vanuit de productiefactor natuur een product ontstaat waarmee ze verdergaan.
Deze werknemers zorgen dat ze arbeid leveren en bewerken de producten en grondstoffen met behulp van machines en gereedschap. Deze machines noem je kapitaalgoederen en horen dus bij de productiefactor kapitaal. Kapitaal is dus een productiefactor die zelf ook wordt geproduceerd, want machines en gereedschap moet je zelf ook weer maken door natuur en arbeid te combineren.
En de laatste en misschien wel de belangrijkste is de productiefactor ondernemerschap. Ondernemerschap zorgt ervoor dat het bedrijf of de onderneming wordt geleid en is degene die een bepaalde combinatie of verhouding bepaald tussen alle vier de productiefactoren. Door deze combinatie zo goed mogelijk te bepalen kan het ervoor zorgen dat het een succesvolle onderneming wordt.