Vraag aan je docent de kaartjes van opdracht 1. Maak je deze opdracht zonder een docent, dan kun je onderstaande afbeelding gebruiken.
Je ziet telkens zinnetjes van twee woorden. Toch kun je begrijpen wat de peuter bedoelt.
Als je goed kijkt naar de betekenis van de zinnetjes kun je de kaartjes in twee gelijke groepen verdelen. Kijk naar de betekenis van de hele zinnetjes, dus niet alleen naar de betekenis van het eerste of tweede woord.
Bedenk welk woord je tussen de twee woorden van de zinnetjes kunt plaatsen om de betekenis uit te drukken. Dus: mama ... lief en papa ... slapen. Noteer de woorden in je schrift.