8.1 Opdrachten

  1. Schrijf een programma dat
    a) aan de gebruiker twee getallen vraagt. Maak gebruik van variabelen om de getallen op te slaan,
    b) de twee getallen met elkaar vermenigvuldigt. Maak gebruik van de juiste operator en bewaar het resultaat in een variabel,
    c) het resultaat van de vermenigvuldiging op het scherm toont.
    d) Zet commentaar in je code, zodat het duidelijk is voor een ander wat je code doet.