De overstroming van de Nijl was heel belangrijk voor de Egyptenaren. De mensen dachten dat er een god was die dit allemaal regelde. Deze god zorgde voor de overstroming van de Nijl. Ook was er een zonnegod die het graan en andere planten liet groeien. Om deze goden te vriend te houden bouwden de Egyptenaren tempels. Priesters brachten offers in deze tempels. De farao was ook de baas over de priesters. De Egyptenaren dachten dat de farao ook een god was.