Gebruik de volgende begrippen om de lege vlakken in het verhaal te vullen. Gebruik alle woorden één keer; nomaden, nijverheid, ambtenaren, de Prehistorie, landbouwsamenleving, irrigatielandbouw, handel, sociale verschillen, de landbouw, gemummificeerd, de farao, boeren, dijken, belasting, jager-verzamelaars, landbouwstedelijke samenleving, bezit, veeteelt, het dorpshoofd, steden, vruchtbaar slip, bezit, piramides.
De periode tot ongeveer 3000 v.Chr. noemen we (…1…). In die periode leefden mensen eerst als (…2…). Ze hadden weinig (…3…) en leefden als (…4…). Hier kwam een einde aan toen sommige mensen (…5…) uitvonden. Wanneer men van de landbouw leeft, leven ze in een (…6…) Zij werden de eerste (…7…). Ze hielden ook dieren, (…8…). Men bouwden huizen en ze kregen meer (…9…). Doordat sommigen rijker werden dan andere, kwamen er (…10…) binnen de groep. De belangrijkste en rijkste persoon werd (…11…). De dorpen groeiden uiteindelijk uit tot (…12…). Men leefden nu in een (…13…), waarin men niet altijd boer hoefden te zijn. Hierdoor kwamen nieuwe beroepen, de (…14…) kwam op met verschillende producten. Hierdoor kon men spullen ruilen, waardoor (…15…) ontstond tussen dorpen en steden. Dit ging over de Nijl, waar ook landbouw werd uitgeoefend via (…16…). De rivier overstroomde eens per jaar, om vervolgens (…17…) achter te laten. Via (…18…) hielden de boeren het water vast. De oogst werd gemeten door (…19…) en als (…20…) betaald aan de belangrijkste regeerder; (…21…).Hij werd gezien als God, waardoor ze hem in grote (…22…) begroeven. Het lichaam werd natuurlijk eerst (…23…).
De antwoorden staan hieronder!!!