Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
| Vertering Het afbreken van voedsel tot kleine door het lichaam opneembare deeltjes. |
| Verbranding Chemisch proces waarbij energie vrijkomt uit glucose en zuurstof. |
| Mechanische vertering Kauwen en kneden, kleiner maken van voeding door o.a. het gebit, bewegingen in maag en darmen (maag- en darmperistaltiek). |
| Darmperistaltiek Afwisselende samentrekking van spieren in o.a. slokdarm en darmen; zorgt voor transport van de voedselbrij door het spijsverteringskanaal. |
| Maagportier Afwisselende samentrekking van spieren in o.a. slokdarm en darmen; zorgt voor transport van de voedselbrij door het spijsverteringskanaal. |
| Chemische vertering Omzetten van voedingsstoffen in kleinere delen door verteringssappen met enzymen (bijvoorbeeld maagsap) en zonder enzymen (gal). |
| Enzym Helpt met het omzetten van stof A in stof B. |
| Verteringssappen De sappen die een rol spelen bij de spijsvertering, zoals speeksel, maagsap/maazuur, galsap, alvleessap en darmsap. |