Alleen kan jij al een effect hebben als het gaat om je effect op de planeet.
Je kan bijvoorbeeld minder electriciteit en gas verbruiken door apparaten te kopen die duurzamer zijn. Een wasmachine met een A label verbruikt namelijk minder electriciteit dan een wasmachine met het label D.
Ook door je huis goed te isoleren hoef je minder gas te verbruiken om je huis warm te houden. Dit kan zijn door dubbel glas of een nieuwe cv-ketel kopen.
Een andere manier om minder te gebruiken van de aarde is om duurzame energie te gebruiken. Bijvoorbeeld zonne-energie of wind energie. Deze vormen van energie gebruiken namelijk geen fossiele brandstoffen. En vervuilen zo de aarde niet.
Fossiele brandstoffen zorgen namelijk voor vervuiling. Als aardolie gebruikt word om energie van te maken komen er allemaal stoffen vrij. Zoals koostofdioxide, stikstofoxide en zwaveloxide.
Deze drie stoffen zorgen voor luchtvervuiling.
Als deze lucht vervuiling in de lucht blijft hangen noemen we dat smog. En als het hoog genoeg komt kan dat zorgen voor zure regen. Dit komt omdat de stikstofoxide en de zwaveloxide reageren met water en dan vloeibaar worden.
Deze zuren regen kan een gevaarlijk effect hebben op planten. Als het namelijk is de grond komt kan het zorgen voor een verzuring van de bodem. De planten kunnen namelijk erg ziek worden van de gifstoffen die vrijkomen door die zure regen.
Een overschot van koolstofdioxide zorgt weer voor een ander probleem namelijk dat de koolstof kringloop niet goed meer kan verlopen. Omdat er te veel koolstofdioxide is invergelijking met de hoeveelheid planten