Inleiding:
Misschien weet je het nog wel van de basisschool, maar de geschiedenis is opgedeeld in tien tijdvakken. Bij elk tijdvak horen jaartallen en kenmerkende aspecten. Kenmerkende aspecten zijn omschrijvingen van het tijdvak. Deze geven aan wat en waar het tijdvak over gaat.
In de eerste en tweede klas krijg je met geschiedenis te maken tijdens het vak M&M. Alleen wij gaan niet alle tijdvakken los doornemen. Je zult de tijdvakken wel tegen komen, maar dan in thema’s.
Het is voor jou van belang dat wanneer het over iets uit de geschiedenis gaat in een thema, jij het in het juiste tijdvak kunt plaatsen. Daarom beginnen wij met de tien tijdvakken, dan ken je deze alvast. Maar dan kan je straks ook wanneer je het niet meer zo goed weet terug kijken naar de opdrachten van dit hoofdstuk.
Let op: Je gaat bij dit hoofdstuk dus opdrachten maken, één van die opdrachten is dat je bij elk tijdvak een tijdbalk gaat beginnen. Een tijdbalk is een lijn met daarop een overzicht van gebeurtenissen op de juiste volgorde van tijd, dit noemen wij: op chronologische volgorde. Aan het einde van dit hoofdstuk heb je dus tien tijdbalken (van elk tijdvak één).
De leerdoelen van dit hoofdstuk: