Rusland en Amerika dachten verschillend over de regels van hun land.
Lees hieronder over economie en politiek in het Westen en Oosten.
Vrije markteconomie
Amerika wordt gezien als het voorbeeld van het kapitalistische westen. De kapitalistische economie gaat uit van vraag en aanbod. De mensen die spullen willen kopen (consumenten) vragen om producten, de bedrijven bieden producten aan die passen bij de wensen van de consumenten. Als heel veel mensen bijvoorbeeld liever Coca Cola drinken dan Pepsi, dan kunnen de makers van Coca Cola meer geld verdienen.
Je noemt dit een vrije markteconomie.
Politiek
Amerika en de meeste West-Europese landen zijn democratieën. De inwoners bepalen via verkiezingen welke partij of partijen de leiding hebben in een land.
In Amerika heeft de regering zeker wel invloed op het dagelijkse leven, maar de overheid bemoeit zich niet met alles.
Planeconomie
Het Rusland van tijdens de Koude Oorlog was een communistisch land. De economie was heel anders georganiseerd dan in het Westen.
De economie werd centraal geleid door de regering. Dat betekent dat de leiding van het land bepaalt welke spullen er te koop zijn en in welk huis mensen gaan wonen. Niet vraag en aanbod bepaalden wat er werd gemaakt, maar er werd geproduceerd volgens het plan van de overheid. Alle winkels en fabrieken horen bij de regering van het land. Mensen kunnen geen eigen bedrijf beginnen en zelf winst maken.
Je spreekt daarom van een planeconomie.
Politiek
In de Oostbloklanden had maar één partij het voor het zeggen: dat is de communistische partij. Andere partijen waren verboden.
Mensen met 'verkeerde' ideeën werden opgesloten in strafkampen.
De invloed van de overheid op het dagelijks leven was zeer groot. De geheime dienst hield in opdracht van de regering goed in de gaten of je je aan de regels hield.
Verwerking
Je hebt net gelezen over de verschillen tussen het Westen en het Oosten.
Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Zijn jullie het met elkaar eens?