Hieronder staat een kruiswoordpuzzel over het geraamte en de beenverbindingen. Kopieer de afbeelding of, als je liever op papier werkt, print de afbeelding uit en vul de puzzel. Gebruik de aanwijzingen onder de puzzel om hem in te vullen.
Hiermee train je of je de begrippen goed kent!
Ben je klaar? Vraag dan aan je expert de antwoorden.
Horizontaal | Verticaal | ||
1 | de spier wordt korter en dikker | 1 | gewricht dat maar één kant op kan bewegen |
8 | draait in de gewrichtskom en maakt zo beweging mogelijk | 2 | beenderen tussen de voetwortelbeentjes en de teenkootjes |
12 | om schokken op te vangen heeft de wervelkolom een .... S-vorm | 3 | sterke, niet-beweegbare beenverbinging |
14 | beschermt de hersenen | 4 | armbuigspier |
15 | de .... rib zit vast aan de lendenwervels | 5 | spieren met een tegengestelde beweging |
17 | bestaat uit wervels, heiligbeen en staartbeen | 6 | is stevig en buigzaam, je vindt het bijvoorbeeld in je oorschelp |
18 | armstrekspier | 7 | verbinden de spier met een bot |
19 | gewricht waarin beweging in verschillende richtingen mogelijk is | 8 | beenverbinging waarmee veel beweging mogelijk is |
20 | houdt de botten van het gewricht bij elkaar | 9 | zorgt voor de stevigheid van je beenderen |
10 | hierin draait de gewrichtskogel | ||
11 | armen en benen | ||
13 | verbinden de botten met elkaar | ||
14 | geeft vorm aan je lichaam | ||
16 | voorkomt spierblessures |