Het cytoplasma bestaat uit een geleiachtige vloeistof, waarin een aantal celstructuren voorkomen. Als enkel de geleiachtige vloeistof wordt bedoeld, wordt de term cytosol gebruikt. Het cytosol bestaat voor het grootste deel uit water. Daarnaast komen er wisselende hoeveelheden koolstofverbindingen (C- verbindingen) in voor: proteïnen (= eiwitten), sachariden (= suikers of koolhydraten), lipiden (= vetten) en nucleïnezuren. Ook mineralen zoals Na+, Ca2+, Mg2+ en Cℓ-maken deel uit van het cytosol.