Blok 10 deel 4: ziekteverwekkers
Gebruik het digitale boekje van gezondheidszorg van gezelschapsdieren, je mag ook andere bronnen zoeken.
Vraag 1: Waardoor worden dieren eigenlijk ziek? Bedenk eens een heel aantal redenen.
Vraag 2: Wat is het verschil tussen een virus en een bacterie?
Vraag 3: Welke “signalen” of symptomen kunnen dieren laten zien waardoor jij weet dat het dier waarschijnlijk ziek is?
Vraag 4: Wat bedoelen we met een infectieroute en geef eens enkele voorbeelden.
Vraag 5: Hoe kun je een infectieziekte veroorzaakt door bacteriën behandelen?
Vraag 6: Waarom zijn virussen zo moeilijk te bestrijden? Welke “eigenschappen” heeft een bacterie?
Vraag 7: Wat zijn protozoën?
Vraag 8: Protozoën zijn gastheer specifiek wat bedoelen we hiermee?
Vraag 9: a. Wat is coccidiose
b. Wat kun je er tegen doen?
c. Hoe kun je het voorkomen?
Vraag 10: Welke schimmels komen veel voor bij mensen en dieren en wat richten ze aan?
Tijdens vorige lessen hebben we het al wel eens over HD gehad en over blaasgruis bij de kat. Nu gaan we enkele andere problemen doorspreken.
Vraag 11: Wat is het verschil tussen een distorsie en een luxatie?
Vraag 12: Leg bij beide aandoeningen uit wat je kunt doen wanneer de dieren er last van hebben.
Vraag 13: Wat is het verschil tussen artritis en artrose?
Vraag 14: Bij welke dieren komt artrose vaak voor?
Vraag 15: Wat is een secundair symptoom?
Je hebt inmiddels opgezocht wat ze bedoelen met besmettingsroutes en je weet wat een virus en bacterie doet. We gaan deze termen nu eens koppelen aan de productiedieren sector.
Vraag 16: Waarom zijn veehouders zo bezorgd als het gaat om ziektes bij hun dieren, behalve dat het voor de dieren zo vervelend is? Bedenk voor een rundveehouder EN voor een varkensboer eens een aantal redenen waarom hij/zij ziektes buiten de deur wil houden.
Vraag 17: Op welke verschillende manieren kunnen virussen en bacteriën een bedrijf binnenkomen? Bedenk eens 5 verschillende manieren.
Vraag 18: Zoals je begrijpt willen veehouders ziektes dus zoveel mogelijk buiten de deur houden. Bedenk eens 4 manieren waarop ze dit doen.
Vraag 19: Met name in de varkenssector, maar bij pluimvee zie je het ook al meer, maken ze gebruik van hygiëne sluizen. Zoek eens op wat zo’n sluis is en hoe dit werkt.