In 1930 stond een jongeman met de naam Soekarno in het beklaagdenbankje van de rechtbank in Bandoeng (West-Java, Nederlands-Indië). Men verdacht hem ervan met zijn politieke partij, de Partai Nasional Indonesia (PNI), een oorlog te willen beginnen tegen de Nederlandse overheersers. Voor straf stuurden de Nederlandse rechters Soekarno naar een eiland dat meer dan duizend kilometer van Bandoeng verwijderd was.
Indonesië bestond in 1930 nog niet. Het heette Nederlands-Indië en was een kolonie van Nederland. Uit de gebeurtenis uit 1930 kun je opmaken dat er verzet was tegen de Nederlanders. Het is ook duidelijk wie er de baas is: de Nederlandse rechters straffen Soekarno zwaar.
Twintig jaar later, in 1950, was de situatie compleet anders. De Nederlandse bestuurders waren weg en Indonesië was onafhankelijk. Soekarno was de president en er waren Indonesische rechters.