Inspiratie

Opdrachten week 1:

1: Maak een mindmap: wat versta je onder kwaliteitszorg? 

   Mindmap op het bord bespreken.

2: Filmpje: https://youtu.be/NXw_dRVO9uQ   

   Vragen:  Wat is het verband tussen dit filmpje en kwaliteitszorg?

                  Wat moet een instelling bieden?

                  Wat is jullie ervaring als het gaat om verwachtingen van ouders en datgene wat de instelling biedt?     

3: in groepjes van 3 of 4:

In paragraaf 7.1 worden twee voorbeelden gegeven van organisaties met onder andere hun missie en visie.

A: Ga op internet op zoek naar nog twee andere organisaties. Kies een grote organisatie en een kleinschalige organisatie.

B: Ga voor beide op zoek naar hun missie, hun visie en hun kernwaarden.

Je zult vooral bij grotere organisaties veel op internet kunnen vinden, voor een kleinere organisatie is het misschien nodig om telefonisch contact op te nemen of een afspraak te maken. Als je uitlegt waarvoor het is dan zullen de meeste organisaties daar graag medewerking aan verlenen.

C: Werk de verkregen informatie uit en bespreek met elkaar wat je hieraan opvalt of wat je eventueel mist.

 

Opdracht week 4:

4: In groepjes van week 1 nu een eigen kinderdagverblijf opzetten met eigen missie en visie (zelfde

groepssamenstelling als bij opdracht 1)

Je hebt nu een beeld gekregen wat er met een visie, missie en kernwaarden wordt bedoeld.

A: Samen ga je nu op papier een nieuwe organisatie opzetten. Je kunt daarvoor de informatie gebruiken die je hebt verzameld, maar het kan zeker ook een uitdaging zijn om geheel nieuwe inzichten en standpunten te formuleren.

B: Geef je organisatie een ‘werknaam’ en maak er een organogram bij.

C: Werk alles uit op een groot vel papier dat je straks gaat presenteren.

D: Hang alle uitwerkingen aan de muren van het lokaal en maak met elkaar een rondgang. Geef bij elke uitwerking een korte presentatie, stel elkaar vragen en geef feedback.

Opdracht week 5:

5.  Kwaliteit (3-4 personen)

A: Raadpleeg op internet www.landelijkregisterkinderopvang.nl van de Rijksoverheid.

B: Zoek in dit register de organisatie en de vestiging op van jouw stageplek.

C: Bekijk met elkaar het meest recente inspectierapport.

D: Pak nu de lesstof van paragraaf 7.2 er nog eens bij en vergelijk dit met de bevindingen in het inspectierapport. Herken je alle onderdelen?

 

Opdracht week 6:

6 Klachten (3-4 personen)

A: Ga bij je eigen stageplek na hoe de klachtenprocedure is geregeld en neem een exemplaar mee voor bespreking in de klas.

B: Vergelijk de klachtenprocedures met elkaar en met het overzicht in de lesstof van paragraaf 7. Herken je alle onderdelen hiervan?

 

Opdracht week 7:

7 Administreren (3-4 personen)

Een administratie bijhouden is lang niet altijd leuk want liever zou je met de kinderen bezig zijn. Toch hoort het erbij om de kwaliteit van de opvang te garanderen en voor leidinggevenden is het essentieel om een goed beeld te houden van de ontwikkelingen in de vestiging van de organisatie.

A: Neem een groot vel papier en verdeel dat in drie kolommen.

B: In de eerste kolom schrijf je alle administratieve handelingen die nodig zijn bij een willekeurige BSO. Je kunt daarvoor het lesboek gebruiken om een zo volledig mogelijk beeld te schetsen.

C: In de tweede kolom schrijf je op waarvoor dit noodzakelijk is.

D: In de derde kolom schrijf je jullie visie op deze administratieve handelingen. Denk daarbij aan:

· Kost het veel tijd en/of zou het anders kunnen?

· Is deze administratieve handeling echt nodig?

· Is deze manier van administreren niet fijn, hoe zou het prettiger kunnen worden?

· Kan deze manier van administreren efficiënter, bijvoorbeeld op een laptop in plaats van in een map?

E: Check de uitkomsten met de lesstof die staat beschreven over de Wet Bescherming Persoonsgegevens, het inzagerecht en de eisen aan de verwerking van persoonsgegevens.