UV-VIS metingen

Alle gekleurde stoffen absorberen licht, vaak ook in oplossing. In het zichtbare lichtspectrum kan een zogenaamd absorptiespectrum gemeten worden. Voor chlorofiel A en B (de groene kleurstof in planten) ziet het absorptiespectrum er als volgt uit:

Hiernaast is duidelijk te zien dat chlorofiel vooral absorbeert in het blauwe en rode gebied. Dit zorgt ervoor dat de stoffen groen licht weerkaatsen (en wij de stof dus waarnemen als groen.

 

 

Voor kwantitatieve bepalingen is het van belang dat de stof zo zuiver mogelijk is. In een mengsel van bijvoorbeeld beide soorten chlorofiel bij een golflengte van 650 nm (oranje) zullen beide stoffen licht absorberen. De mate waarin dit gebeurt is dus dankzij beide stoffen, en het is dus niet mogelijk om kwantitatief een uitspraak te doen over de hoeveelheid van één van beide stoffen. Hiervoor zijn meer metingen nodig, of moet de stof gezuiverd worden.

Voor kwantitatieve bepalingen wordt meestal gebruik gemaakt van een zuivere oplossing en wordt er steeds gemeten bij één bepaalde golflengte, namelijk die waarbij de stof maximaal licht absorbeert.

De meting vindt dan als volgt plaats:

Licht valt op een monochromator waardoor er één bepaalde golflengte licht ontstaat (waarbij gemeten wordt). De intensiteit van het licht voor het door de monsteroplossing gaat is , daarna wordt een deel van het licht geabsorbeerd door het monster (afhankelijk van hoeveel stof er aanwezig is). De intensiteit van het licht na het cuvet noemen we . Vervolgens valt het licht op een photoresistor en wordt de intensiteit van het licht omgezet in een absorptie. Een aantal grootheden binnen de UV-VIS spectroscopie:

Transmissie:

Extinctie:

Beer's Law Lab
Click to Run