Lees onderstaande tekst en bekijk het filmpje. Beantwoord daarna de vragen. Noteer het antwoord in je keynote of pages document.
Opbouw aarde
De aarde is, van binnen naar buiten, opgebouwd uit:
- de binnenkern
- de buitenkern
- de mantel
- de aardkorst
De kern van de aarde is heel heet, wel 5000 °C, en hij bestaat uit ijzer. In de binnenkern is de druk zo groot dat het ijzer daar een vaste bal vormt. In de buitenkern is de druk minder groot, waardoor het ijzer in deze laag vloeibaar is.
De aardmantel bestaat uit gesteente. Dat gesteente is zo heet, dat het ook vloeibaar is. De buitenste schil van de aarde is hard. Dit is de aardkorst.
De aardkorst is ongeveer 40 kilometer dik en bestaat uit twee soorten platen:
De aardkorst verandert door natuurkrachten voortdurend van vorm. Er zijn krachten die van binnenuit op de aardkorst inwerken, denk aan vulkanisme en aardbevingen. Deze krachten noem je endogene krachten. Er zijn ook krachten die van buitenaf op de aardkorst inwerken, denk aan planten, wind, regen, vorst en water. Deze krachten noem je exogene krachten.
De platen hebben de afgelopen 200 miljoen jaar over de aarde gezworven en bewegen nu nog. Het bewegen van die platen heet plaattektoniek.
De mantel bestaat uit een stroperige massa gesteente die magma heet. Omdat de temperatuur tussen de kern van de aarde en de aardkorst verschilt, beweegt het magma voortdurend. Die bewegingen heten convectiestromen.
De aardplaten drijven op het magma. Convectiestromen kunnen er dus voor zorgen dat aardplaten gaan schuiven.
Er zijn drie soorten bewegingen: