2c. Stap 3. Eten en gegeten worden

Voordat we doorgaan naar het eindproduct (stap 4), kunnen we dieren ook nog op andere manieren indelen: wat eten ze eigenlijk?

 

Eten of gegeten worden? Een zeehond eet vissen, een paard eet planten, etc. Dieren hebben andere organismen nodig voor hun voedingsstoffen. Planten hebben dat niet. Onder invloed van zonlicht maken zij deze zelf. Dit proces heet fotosynthese.

 

1) Bekijk https://wikikids.nl/Fotosynthese. Neem de zin over en vul de plekken van de cijfers in met de juiste begrippen: ..1.. en ..2.. worden met behulp van ..3.. omgezet in ..4.. en ..5.. .

 

Vervolgens maakt de plant van dat suikerachtige stofje andere stoffen die de plant nodig heeft, zoals vetten en eiwitten.

 

Dieren kunnen niet fotosynthetiseren. Zij komen aan hun voedingsstoffen door te eten. Je kunt ze op basis van wat ze eten indelen in een aantal categorieën: carnivoren, omnivoren en herbivoren.

2) Wat eten de dieren in deze categorieën?

3) Noem minimaal 3 zelfgekozen dieren per categorie.

4) Planten hebben een laagje om hun cellen die moeilijk te verteren is: de celwand. Leg uit welke categorie de langste en welke de kortste darmen heeft?

 

 

Het leven bestaat dus uit eten en gegeten worden. Als het ene organisme wordt gegeten door een ander organisme, noem je dat met een mooi woord een voedselrelatie. Deze kun je weergeven in een voedselketen, een reeks waarbij het ene organisme als voedselbron dient voor de volgende soort in de reeks.

 

Een voedselketen kun je tekenen of schrijven. Je begint altijd bij de plant, dan komt het organisme dat die plant eet, dan het organisme dat de planteneter eet, etc. Ieder organisme in dat rijtje wordt een schakel genoemd. Tussen ieder schakel zet je een pijltje van het gegeten organisme naar de eter (dus iedere pijl betekent eigenlijk '… wordt gegeten door ...'). Een voorbeeld is te zien in het plaatje hieronder.

 

 

Een ecosysteem bestaat vrijwel altijd uit meer dan 1 voedselketen. Hoe geven we dat dan weer? Heel simpel : we maken van meerdere voedselketens een voedselweb, zoals hieronder te zien is.

 

 

Maak nu de volgende opdrachten:

Tekst bij opdracht 5

In de zomer van 2002 zijn tien biologen vertrokken naar het uitgestrekte Taimyr-schiereiland, in Siberië in Rusland. Hun doel was het tellen van het aantal lemmingen, poolvossen, sneeuwuilen en rotganzen.


Sneeuwuilen en poolvossen blijken zich vooral voort te planten (= baby's maken) in zogeheten lemming-piekjaren, die eens in de drie jaar voorkomen. Dat betekent dat er dat jaar veel meer lemmingen zijn dan gemiddeld. In deze piekjaren blijken ook veel jonge rotganzen, graseters bij uitstek, zo voorspoedig op te groeien, dat ze in staat zijn naar hun winterkwartier te vliegen.


Lemmingen voeden zich met gras. Het zijn kleine knaagdieren ter grootte van een hamster. Lemmingen dienen als hoofdvoedsel voor poolvossen en sneeuwuilen. Poolvossen blijken ook in het lemming-piekjaar nog jonge rotganzen of ganzeneieren te pakken. Hoewel sneeuwuilen in jaren zonder of met weinig lemmingen de broedende volwassen rotganzen kunnen doden, doen ze dat niet in een lemming-piekjaar. Er wordt dan vaak waargenomen dat rotganzen juist vlakbij een sneeuwuilennest gaan broeden. Omdat ook sneeuwuilkuikens op het menu van de poolvossen staan, verdedigt een sneeuwuil zijn nest met jongen fel tegen poolvossen. Zo biedt hij tegelijkertijd bescherming aan de bij hem in de buurt broedende rotganzen.
5) Teken het voedselweb van de in de tekst genoemde organismen uit Siberië. Let op de richting van de pijlen. Tip: als je het lastig vindt om info uit zo'n grote tekst te halen, schrijf dan eerst iedere keer dat er iets over eten/gegeten worden staat dit op: … eet …. . Dan maak je een mooi lijstje van alle info, zonder alle tekst eromheen.

6) Leg aan de hand van het hieronderstaande plaatje uit waarom de onderste schakel de meeste biomassa heeft in de voedselketen (groene balkje) en de biomassa steeds minder wordt naarmate je verder komt in de voedselketen. Als je er echt niet uit komt, kan deze site je wellicht helpen: https://biologielessen.nl/index.php/dna-56/2062-piramides.

 

 

7) Eet jij wel eens planten of vlees? Of beide?

8) Ben je dan een herbivoor, carnivoor of omnivoor?

9) Waar komt jouw eten vandaan? Hoe komt het bij jou op je bord?

10) Wat is er nodig om jouw eten (planten, dieren) te maken of onderhouden?

11) Wat als (gevolg) er op een dag een deel uit de voedselketen zou wegvallen? Denk aan de bijen en vlinders die het momenteel erg zwaar hebben.

12) Bekijk het volgende filmpje: https://schooltv.nl/video/het-ecosysteem-een-hecht-netwerk-van-eten-en-eters/.  Zijn er acties die jij zelf kunt ondernemen om de voedselketens in stand te houden?

 

Bonusvraag: Niet verplicht, wel leuk.

Predatie is het vangen, doden en opeten door een organisme. Het gedode en opgegeten organisme wordt een prooi genoemd en het organisme dat het opat een predator.

 

Bonus13) Niet alle dieren die planten eten zijn predatoren. Leg uit wanneer zij dat wel en wanneer zij dat niet zijn.

Bonus14) Zoek deze plant op: Dionaea muscipula. Zou je deze plant volgens de gegeven definitie een predator kunnen noemen? Leg uit waarom wel/niet.

 

Leerdoelencheck: