Context: de vier vragen

Bij het schetsen van de context van iedere leertheorie behandelen we vier vragen die een korte samenvatting van de theorie geven; als eerste het behaviorisme

  1. Wat is een goede definitie van 'leren'? Leren is een verandering van gedrag van een organisme, mens of dier, als gevolg van prikkels die het toegediend krijgt, zoals een beloning voor gewenst gedrag of een straf voor ongewenst gedrag
  2. Volgens welk proces wordt er geleerd? Het organisme vertoont gedrag. Aan dit gedrag worden prikkels verbonden. Door die prikkels komt er meer of minder van dit gedrag. Het leren wordt gestuurd door degene die de prikkels toedient en niet door de lerende zelf.
  3. Wat is er voor nodig om te kunnen leren? Het moet duidelijk zijn voor degene die de prikkels toedient wat gewenst en ongewenst gedrag is. Daarnaast moeten er prikkels beschikbaar zijn die het gedrag kunnen beïnvloeden. Als de enige prikkel die sterk genoeg is om het gedrag te beïnvloeden slaan is, dan is die prikkel in het onderwijs niet beschikbaar. Kan er ook gewerkt worden met strafwerk, dan is een prikkel beschikbaar.
  4. Hoe kan een docent leren stimuleren? Een docent kan leren stimuleren door consequent de juiste prikkels op het juiste moment toe te dienen.

Geprikkeld? Je krijgt nog iets meer context, over psychologie als objectieve wetenschap, voordat je §6.1 gaat lezen.