Wat leer je?

              

- Hoe je inhoud meet met een litermaat of maatbeker.

- Hoe je inhoudsmaten omrekent.

 

Vloeistoffen worden meestal gemeten in:

 

Liters

 

L

Deciliters

 

Dl

Centiliters

 

Cl

Milliliters

 

Ml

 

Inhoudseenheden / -maten

De inhoud van een voorwerp wordt uitgedrukt in een inhoudseenheid. Bijvoorbeeld een pak melk met een inhoud van 1 liter.

In de figuur hieronder zijn de inhoudseenheden op de trap van boven naar beneden van 'groot naar klein' geplaatst. De liter (l) is de standaardmaat. De andere eenheden zijn daarvan afgeleid.

 

Schema inhoudsmaten

De inhoudseenheden zijn als volgt te rangschikken: de stapgrootte is een factor 10.

Figuur 1

De stapgrootte tussen de eenheden van inhoud op de trap is een factor 10.

Elke stap van 'groot naar klein' is keer 10 en van 'klein naar groot' is delen door 10.

Zo is 2 l gelijk aan 2000 ml,

want 2 x 10 x 10 x 10 = 2000 (3 stappen).

 

 

ZO MEET JE MET EEN LITERMAAT OF MAATBEKER

1. Giet de vloeistof in een litermaat of maatbeker

de hoogte van de vloeistof af op de schaal

van de maatbeker.

Let goed op de maateenheid die er bij staat.

In de maatbeker hiernaast zit ongeveer 470 ml,  ruim 450 ml.

Nog een andere schema inhoudsmaten

 

Liter

 

 

Dl

 

 

Cl

 

Ml

  1

10

100

1000

0,9

9

90

900

0,8

8

80

800

¾

7,5

75

750

0,7

7

70

700

0,6

6

60

600

½

5

50

500

0,4

4

40

400

0,3

3

30

300

¼

2,5

25

250

0,2

2

29

200

0,1

1

10

100

0

0

0

0