
Extra opdracht
Groepje A en groepje B maakt een woordspin over het jodendom, christendom en de islam. Jullie hebben maken dus drie woordspinnen en schrijf bij iedere woorspin de belangrijkste onderdelen van die religie op.
Ga vervolgens met elkaar in gesprek over de woorden die jullie bij de woordspinnen hebben gezet. Vergelijk jullie antwoorden en bespreek waarom jullie die specifieke woorden hebben gekozen. Met andere woorden, waarom denken jullie dat dat de belangrijkste onderdelendelen zijn van die religies.
Dit is een vaardigheidsopdracht, waarbij je leert gedachten en overtuigingen te beargumenteren. Voor een positieve beoordeling is van het belang dat je je keuzes kan onderbouwen.