Hieronder zie je foto’s van chocomelk, ranja en sladressing.
Geef op juiste wijze de waarnemingen van de drie mengsels. (zie vaardigheden/waarnemingen en conclusie)
Leg uit welk van deze mengsels een oplossing, welk een suspensie en welk een emulsie is.
Laat zien hoe deze mengsels er op microniveau uitzien. Gebruik twee verschillende kleuren bolletjes voor de verschillende moleculen in het mengsel.
Opdracht 2
Kies de juiste woorden.
Een oplossing is altijd/soms helder.
Een oplossing is altijd/soms gekleurd.
Een emulsie is altijd helder/troebel.
Een suspensie is altijd helder/troebel.
Een suspensie is altijd verzadigd/onverzadigd.
Opdracht 3 (alleen vwo)
Lucht is een mengsel dat bestaat uit 78 vol% stikstof, 21 vol% zuurstof en nog ongeveer 1 vol% overige gassen zoals edelgassen, waterstof en koolstofdioxide.
Bereken hoeveel m3 stikstof er in 15 m3 lucht zit.
Bereken hoeveel L overige gassen er in 15 m3 lucht zit.
Opdracht 4
Bereken de concentratie van de volgende oplossingen in g/L. Gebruik indien nodig de ‘rekentrappen’ voor massa en volume.
Er is 2,3 gram suiker opgelost in 0,35 dm3 water.
Er is 0,20 kg zout opgelost in 3,5 L water.
Er is 15 mg jood opgelost in 55 cm3 alcohol.
Opdracht 5
Je docent drinkt koffie met twee klontjes suiker. In een grote mok past 300 mL koffie. De gemiddelde massa van een suikerklontje is 4,0 g.
De maximale oplosbaarheid van suiker in water (bij kamertemperatuur) is 2000 g/L.
Bereken de suikerconcentratie in de koffie van je docent.
Leg uit of deze oplossing verzadigd is of onverzadigd.
Meestal is koffie warmer dan kamertemperatuur. Is de oplosbaarheid van suiker dan groter of kleiner van 2000 g/L?
Opdracht 6
Melk is een emulsie van water en vet. In het water zijn nog andere stoffen opgelost zoals eiwitten, mineralen, vitaminen en koolhydraten.
Wanneer je verse koemelk hebt, zie je na een tijdje een laagje vet boven op de melk drijven.
Waarom drijft het vet bovenop de melk en zakt het niet naar de bodem? Leg je antwoord uit, waarbij je de juiste stofeigenschap van vet en water gebruikt.
Welke stof wordt in de fabriek aan de melk toegevoegd om te voorkomen dat de melk ontmengt?
(vanaf hier alleen vwo)
Er bestaat volle, halfvolle en magere melk. De benaming is afhankelijk van de hoeveelheid vet die in de melk aanwezig is. Halfvolle melk bevat 1,5 massa% vet. Volle melk bevat 3,5 massa% vet.
Bereken hoeveel gram vet je binnenkrijgt als je een glas halvolle melk van 210 gram drinkt.
Bereken hoeveel gram vet dit is bij een glas volle melk van 210 gram.
Klopt de benaming ‘volle’ en ‘halfvolle’ melk? Leg uit.