Tangens

We gebruiken de tangens in rechthoeke driehoeken. Zoals je weet kun je elke zijde van een driehoek een naam geven.
Zie de afbeelding hiernaast. De blauwe hoek a is hier de rechte hoek (90 graden). Daar tegenover ligt altijd de zijde die we de schuine zijde noemen (afgekort s). 

De rode hoek noemen we B en vanuit deze hoek gaan we naar de andere zijden kijken. De zijde die hier recht tegenover ligt is de overstaande (rechthoek) zijde (afgekort met o).
De zijde die ligt aan hoek B is de aanliggende (rechthoek) zijde (afgekort met a)
.

Wanneer het gaat om de groene hoek y is de schuine zijde hetzelfde, maar de zijde niet bij hoek B de overstaande was is nu de aanliggende en andersom. 

De tangens is de verhouding tussen de overstaande zijde en de aanliggende zijde

Voorbeeld opgave: