Autisme heeft invloed op alle levensterreinen, in alle levensfasen. De mate waarin is sterk individueel bepaald en hangt vaak ook af van iemands levensfase.
Schoolkinderen
Kinderen met autisme kunnen niet goed tegen dingen die veranderen of anders verlopen dan vooraf gepland. Ze kunnen dan boos of angstig worden. Kinderen met autisme zijn het liefst bezig met een bepaalde hobby of onderwerp. Tevens kunnen kinderen autisme snel last hebben van externe prikkels, zoals harde geluiden of kriebelige stoffen.
Kenmerken leeftijdsfase:
moeite met veranderingen.
moeite met contact maken.
weinig gevoel voor wat anderen van hem of haar verwachten in een bepaalde situatie.
angstig in gezelschappen of onbekende situaties.
nauwelijks begrip voor emoties van anderen.
doen graag alles op dezelfde manier (routines).
beperkt inzicht in non-verbale communicatie (gebaren).
Pubers
Het lichaam verandert in de pubertijd, hormonen zorgen dat een kind zich ontwikkelt tot een volwassenen. Voor kinderen met autisme kunnen lichaamsveranderingen beangstigend zijn. Als je autisme hebt loopt je ontwikkeling niet altijd gelijk met je ‘kalenderleeftijd’. Op het ene gebied ontwikkelt het zich sneller, terwijl het op een ander gebied juist wat langzamer ontwikkelt. Voorbeeld: Een puber kan zijn 14e verjaardag vieren, maar op sociaal-emotioneel gebied functioneren het als een 5-jarige. Terwijl het kennis van bijvoorbeeld schaken heeft op het niveau van een volwassenen (NVA, z.d).