Voor de kennistoets moet je ook de begrippen (dikgedrukte belangrijke woorden) leren. Je maakt zelf een begrippenlijst, waarin je ze in je eigen woorden uitlegt. Je mag hiervoor alle bronnen gebruiken. Ook het tempo waarop je dit doet, bepaal je zelf. Houd wel goed de inleverdatum in de gaten!
Tijdvak 3: Tijd van monniken en ridders (500-1500)
Christendom
Staatsgodsdienst
Bisschop
Geestelijken
Monnik
Non
Klooster
Middeleeuwen
Heidenen
Bekeren
Legende
Dopen
Dorpen
Landbouwsamenleving
Landbouw
Heren
Herendiensten
Domein
Horigen
Adel
Leenmannen
Leenheer
Vorst
Keizer
Kasteel
Tijdvak 4: Tijd van steden en staten (1000-1500)
Vikingen
Markt
Marktrechten
Steden
Landbouwstedelijke samenleving
Kooplieden
Ambachtslieden
Muntgeld
Hanze
Handelsnederzettingen
Stadsrechten
Schepenen
Schout
Lijfstraffen
Schandpaal
Gilde
Gildemeester
Liefdadigheid
Pest
Steden in het heden en de toekomst
Oude stadscentrum
Verstedelijking/urbanisatie
Stadsmodel
Central business district/centrale zakenwijk
Infrastructuur
Voorzieningen
Moskee
Kolonie
Leefbaarheid
Bereikbaarheid
Suburbanisatie
Pushfactoren
Pullfactoren
Duurzaamheid
Hergebruiken
Wateroverlast
Verstening
Milieuvervuiling
Smog
Bevolkingsdichtheid
Werkloosheid
Krottenwijk