Het dagelijks leven van boer Bodo en zijn gezin op een domein (9e eeuw)
Op een mooie lentemorgen in de 9e eeuw staat Bodo vroeg op. Dit is een van de drie dagen in de week waarop hij op het land van de monniken moet gaan werken. Bodo weet dat hij niet te laat moet komen. Waarschijnlijk heeft hij de rentmeester van de monniken de vorige week met een geschenkje van eieren en groenten in een goed humeur gebracht, maar je weet dat nooit zeker. De monniken staan hun rentmeesters niet toe grotere giften aan te nemen, zoals soms op andere domeinen gebeurt.
Vandaag moet hij ploegen en dus neemt hij zijn twee ossen mee en de kleine Wido die naast hen moet lopen met de zweep. Hij sluit zich aan bij Frambert, Ermoin en Ragenold. Deze wonen met hun gezinnen in een hut naast die van Bodo. Zij bezitten of huren geen grond en moeten iedere dag voor de heer werken. Frambert gaat een omheining om het bos maken om de konijnen tegen te houden. Ermoin moet met zijn kar een grote vracht brandhout gaan vervoeren en daarna gaten in de weg gaan dichten. Ragenold moet een gat in het dak van de schuur van de monniken repareren. Onderweg ontmoeten zij een van de weinige vrije boeren in hun dorp, die op zijn eigen land aan het werk is. In ruil voor veel minder diensten krijgt hij dezelfde bescherming als de andere inwoners van Villaris.
De opdracht
De docent heeft net een stuk van het verhaal over Bodo voorgelezen. Bodo is een goed voorbeeld van een horige boer in de tijd van monniken en ridders. Jij gaat je inleven in het dagelijks leven van Bodo en zijn gezin.