Theorie in tekst

Zoals in de vorige paragraaf uitgelegd was, is er in een lineaire formule altijd een verband tussen twee variabelen.

Bekijk de volgende formule:

Bedrag = 1+ 5,50 x tijd met bedrag in euro's en tijd in uren.
Omdat in de wiskunde wij altijd alles zo kort mogelijk willen schrijven kunnen wij dit verkorten door het op te schrijven als
B = 1+ 5,50 x t
*hé wacht even.... als ik een getal vermenigvuldig met een letter dan hoef ik daat geen keer teken tussen te zetten*
Dat klopt dus uiteindelijk wordt een formule geschreven als B = 1+ 5,50t
Maar wat zijn nou hier de variabelen? Dat is de t in de formule, omdat hiervoor elk willekeurig getal ingevuld kan worden. Maar ook de B, want deze verandert wanneer de t verandert. De uitkomst is de afhankelijke variabele en die komt altijd op de verticale (y)-as. De t is de onafhankelijke variabele en deze komt altijd op de horizontale (x)-as

 

De getallen in de lineaire formule hebben ook bijzondere namen.

Zo is het getal voor de variabele t de richtingscoefficient. In het voorbeeld is dit de 5,50. Deze richtingscoefficient (rc) zegt iets over:

Het getal 1 in het voorbeeld is het begingetal. De grafiek snijdt de veritcale as (begint) hier.

Met deze informatie zou je direct de grafiek kunnen tekenen. Vul een t in en dan krijg je een B. Hierdoor heb je twee punten en kun je een rechte lijn tekenen door de punten heen.
Let echter wel op dat je je assenstelsel handig kiest!

Lastig? Bekijk de filmpjes op deze pagina nog eens, stel vragen en kijk naar het voorbeeld op blz 128 van je boek