In jullie 'perfecte woonwijk' moeten natuurlijk verschillende soorten gebouwen terugkomen. Voor het maken van deze gebouwen kunnen jullie je kennis die jullie hebben opgedaan tijdens de wiskundelessen bij het hoofdstuk ruimte figuren gebruiken. Om jullie te laten zien hoe jullie deze kennis kunnen toepassen, ga je eerst twee gebouwen maken en die met elkaar vergelijken. Door deze twee gebouwen met elkaar te vergelijken, kan je zelf een keuze maken welke gebouwen jij in je perfecte woonwijk wilt laten terugkomen.
1. Om je kennis over ruimte figuren weer op te halen, vul je eerst het werkblad in.
2. Bekijk dit filmpje over het gebruik van de passer.
3. Vervolgens maak je een huisje. Het huisje maak je door de stappen op het uitlegblad te volgen. Je gebruikt hiervoor stevig papier dat je bij de docent kan vragen.
4. Daarna maak je van stevig papier ook een flat. De flat maak je door een balk te maken van 9 cm hoog, 4 cm breed en 2 cm diep. Teken ramen op de flat. Zorg ervoor dat de flat minimaal 8 verdiepingen heeft.
5. Vergelijk de flat en het huisje. Zijn de flat en het huisje op dezelfde schaal gemaakt? Overleg met elkaar of je 1 van de twee in je woonwijk kan gebruiken of een gebouw op een andere schaal moet maken. Zorg ervoor dat er minimaal 1 gebouw in je perfecte woonwijk komt dat is opgebouwd uit 1 van de 6 bekende ruimte figuren. Je kan je huisje of flat gebruiken of een nieuw gebouw ontwerpen.