Beeldende middelen
Beeldende middelen ben je nodig om je werkstuk te maken. Het zijn de bouwstenen voor je werk. Door ze te gebruiken helpen ze je om tot een eindwerk te komen. Beeldende middelen zijn verdeelt in drie categorieën. Materiaal, techniek en beeldaspecten. Je maakt elke opdracht gebruik van deze bouwstenen.
Materialen en technieken
Door materialen en technieken te gebruiken kun je je werkstuk vormgeven, zodat jouw idee uitgewerkt kan worden. Je gebruikt een bepaald materiaal, bijvoorbeeld hout. Door een techniek toe te passen, bijvoorbeeld door het hout te schuren of te zagen, kun je jouw werkstuk maken en vormgeven.
Je maakt tijdens de lessen kennis met nieuwe materialen en technieken.
Beeldaspecten
Naast materialen en technieken maak je gebruik van beeldaspecten in je werkstuk. Bijvoorbeeld: kleur. In het beeldaspect kleur zijn verschillende contrasten te gebruiken. Bijvoorbeeld warme of koude kleuren. Door de beeldaspecten bewust te gebruiken kun je je werk versterken. Je leert over de beeldaspecten in de lessen, en past ze toe in jouw werkstuk.