In 2022 gaat de Omgevingswet in werking. Deze wet vervangt de meeste bestaande wetten en verordeningen die gaan over de fysieke leefomgeving. Het doel van de Omgevingswet is te zorgen voor een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. Omgevingskwaliteit is een breed begrip. Wat in ieder geval benoemt wordt als onderdeel van omgevingskwaliteit: cultureel erfgoed, architectuur, stedenbouw, landschap en natuur. Het gaat om beschermen, bewaken, benutten en verder ontwikkelen van de leefomgeving.
Eén van de verbeterdoelen van de Omgevingswet is: eenvoudiger regels en meer ruimte voor initiatieven van burgers, ondernemers en van de overheid zelf. En ook om voor een aantal milieuthema's (m.n. geluid, bodem, geur, trillingen, energiezuinigheid) meer afwegingsruimte aan de gemeente te geven. Bij het opzetten van een plan of project moet de initiatiefnemer daar dan wel op een goede manier mee omgaan, overleggen met betrokkenen en alle belangen meenemen.
De Omgevingswet bestaat uit 6 gereedschappen: de kerninstrumenten. Voor bescherming van cultureel erfgoed zijn vooral van belang: de gemeentelijke omgevingsvisie, het omgevingsplan en de omgevingsvergunning. Bij deze instrumenten heb je als inwoner de mogelijkheid om invloed uit te oefenen en het erfgoedbelang onder de aandacht te brengen. Dat kan in aanloop naar de Omgevingswet, maar ook als de wet eenmaal in werking is.