De Omgevingsvisie

De omgevingsvisie beschrijft het toekomstbeeld voor de gemeente voor de lange termijn, zo’n 20-30 jaar. Het is een strategisch plan van beleidskeuzes, gericht op de hele fysieke leefomgeving. Het is de opvolger van de huidige structuurvisie en integreert bestaande deelvisies zoals die voor mobiliteit, wonen, natuur en milieu.

Het Rijk maakt een nationale omgevingsvisie, de provincie een provinciale omgevingsvisie en de gemeente een gemeentelijke omgevingsvisie.

De gemeente bepaalt zelf op welk detailniveau de omgevingsvisie wordt opgesteld: globaal of gedetailleerd. Er kan ook met visualisering worden gewerkt. De vorm is nagenoeg vrij.

De omgevingsvisie van gemeente en provincie heeft geen wettelijk vooraf bepaalde looptijd. Nadat de visie is vastgesteld moet er een monitoring programma gaan lopen. Die monitoring moet ook gaan over de waarden van de omgeving die de gemeente wil koesteren en behouden. Als de monitoring laat zien dat het daar niet goed mee gaat, dan heeft de gemeente de verplichting om daar een programma voor te maken of om de omgevingsvisie te herzien. De vraag wat er aan erfgoed gemonitord wordt is van cruciaal belang en daar moet invloed op uitgeoefend worden.

Een omgevingsvisie is pas goed als de huidige traditie van 'alles kan overal mits goed ingepast' verandert naar 'niet alles kan overal omdat de omgevingswaarden dat niet toestaan'. Dat vereist bestuurlijke moed en een boel lobbywerk om daar te komen.