Schroeven lijken erg op bouten. In tegenstelling tot een bout heeft een schroef geen moer nodig. De schroef wordt veel gebruikt in hout. Net zoals bij spijkers is het verstandig het hout eerst voor te boren, zodat dit niet splijt wanneer de schroef er in wordt gedraaid. De kop van de schroef komt in veel soorten voor. De meeste bekende zijn de kruiskop en sleufkop. De schroef wordt vast gedraaid met een schroevendraaier.
Voordat je een schroef gebruikt is het handig om het hout voor te boren. Dit betekent dat je met een klein boortje (kleiner dan de schroef die je gaat gebruiken) een gat boort. Dit gat zorgt ervoor dat de schroef niet te hard in het hout drukt en dit voorkomt dat het hout splijt (breekt).
Wanneer je een schroef in een stuk hout schroeft steekt de kop een klein stuk uit. Dit is niet altijd handig. Om dit probleem op te lossen kan je een verzinkboor gebruiken. De verzinkboor maakt een klein kuiltje waar de schroefkop in kan, op deze manier steekt de kop niet uit. Hierboven zie je hoe je een verzinkboor gebruikt.