Lees - Rentabiliteit

Rentabiliteit algemeen

Rentabiliteit drukt een rendement (beloning) uit als percentage van geïnvesteerd vermogen. Met deze ratio’s is het mogelijk om te beoordelen of er voldoende wordt verdiend per geinvesteerde euro.

De bezittingen (linkerkant balans) van een onderneming kunnen gefinancieerd worden door Eigen Vermogen (van aandeelhouders/eigenaren) en door Vreemd Vermogen. Zowel de verschaffers van eigen vermogen als van vreemd vermogen doen dat met een reden: de verwachting dat er meer geld terugkomt dan dat is  geinvesteerd!

Informatie over eigen en vreemd vermogen halen we natuurlijk uit een balans. Eigenlijk uit twee balansen – een beginbalans en een eindbalans. Want we willen weten wat er in een periode gemiddeld aan vermogen is geinvesteerd.

Informatie over het rendement halen we doorgaans uit de winst- en verliesrekening. Goed om deze dus weer even scherp te hebben. Zie hieronder het veelgebruikte ‘EBITDA’-model:

Indien er niets wordt ‘ingekocht’ om te verkopen, zoals bij veel dienstverleners, dan is het ook gebruikelijk om de winst- en verliesrekening in te korten naar:

Afhankelijk van de te beoordelen rentabiliteitsvraag zijn er drie soorten rentabiliteitskengetallen te onderscheiden. Deze worden hieronder toegelicht.

 

1. Rentabiliteit op Eigen Vermogen (REV)

Het inkomen dat de onderneming genereert voor aandeelhouders/eigenaren heet 'winst na belasting'. Die winst na belasting wordt dan ook periodiek opgeteld op de balans bij het eigen vermogen. Bij iedere winst stijgt het eigen vermogen. En bij ieder verlies daalt het eigen vermogen.

De rentabiliteit op eigen vermogen (EV) is hier van belang en de formule is als volgt:


REV = (nettowinst / gemiddeld EV) × 100%


Waarbij het gemiddeld eigen vermogen als volgt is te berekenen:


Gemiddeld EV = (totaal EV beginbalans + totaal EV eindbalans) / 2


Als een onderneming een REV van 15% heeft, dan betekent dit dat voor elke euro investering door eigen vermogen, er 15 eurocent is verdiend.

 

2. Rentabiliteit op Vreemd Vermogen (RVV)

Het inkomen dat de onderneming genereert voor verschaffers van vreemd vermogen heet 'intrest' of 'rente'. Voor de onderneming is dit de prijs die het betaalt om vreemd vermogen te kunnen lenen en het bedrag is bij iedere rentebetaling terug te zien als intrestkosten op de winst- en verliesrekening. Maar diezelfde rent is natuurlijk juist winst voor de verschaffer van vreemd vermogen.

De rentabiliteit op vreemd vermogen (VV) is hier van belang en de formule is als volgt:


RVV = (intrestkosten / gemiddeld VV) × 100%


Waarbij het gemiddeld vreemd vermogen als volgt is te berekenen:


Gemiddeld VV = (totaal VV beginbalans + totaal VV eindbalans) / 2


 

3. Rentabiliteit op Totaal Vermogen (RTV) en het hefboomeffect

Dit kengetal is vooral belangrijk voor het management van een onderneming, om te beoordelen of het het waard is om een lening (=vreemd vermogen) af te sluiten tegen een gegeven rente.

Om dit te begrijpen is het zinvol om een eenvoudige vergelijking te maken. Stel je hebt een goed plan waarmee je goederen verkoopt met een verwachte 15% winst vóór belasting en rentekosten (=EBIT). Maar je hebt geen eigen geld. Dan is het alleen zinvol om geld te lenen om te investeren in jouw plan als de rente op de lening lager is dan de verwachte 15% EBIT. Wanneer je kunt lenen tegen een rentepercentage van 8% bijvoorbeeld, dan houd je na betaling van de 8% rentekosten een positief verschil over dat van jou is. Dit heet het hefboomeffect.

Indien over het vreemde vermogen een lager interestpercentage moet worden betaald dan het rendement op het totale vermogen bedraagt, dan wordt er op het vreemd vermogen 'verdiend'. Om deze analyse te kunnen maken is voor het management van een onderneming de rentabiliteit op totaal vermogen (TV) van belang en de formule is als volgt:


RTV = (EBIT / Gemiddeld TV) x100%


Let op dat we hier dus niet de nettowinst na belasting pakken (zoals bij REV) maar EBIT - het resultaat vóór belasting en intrest. Bestudeer het EBITDA-schema nogmaals om hier goed grip op te krijgen.

Het gemiddeld totaal vermogen is als volgt te berekenen:


Gemiddeld TV = (TV beginbalans + TV eindbalans) / 2


Als een onderneming een RTV van 15% heeft en dan nieuw vreemd vermogen aantrekt tegen een rentepercentage lager dan 15%, dan verdient de onderneming op dit vreemd vermogen door het hefboomeffect.

 

Normen voor rentabiliteitsratio’s?

Zoals eerder al geschreven zijn er geen normen voor rentabiliteitsratio’s. De aantrekkelijkheid van een gegeven rendement hangt namelijk niet alleen af van actuele marktsituatie (waar mag je - gezien de economische omstandigheden - blij mee zijn?) maar ook van het risicoprofiel van de vermogensverschaffer. Hoeveel rendement eist hij/zij bij een bepaald risiconiveau? Misschien is de belangrijkste maatstaf voor ‘goed’ of ‘slecht’ wel de vergelijking met concurrenten binnen dezelfde bedrijfstak. Als bedrijf ‘A’ bijvoorbeeld een rentabiliteit heeft van 2% en een vergelijkbaar bedrijf ‘B’ in dezelfde bedrijfstak een rentabiliteit van 9%, dan doet het tweede bedrijf het beter. Bedrijf ‘A’ mag zich achter de oren krabben en ontevreden zijn met het resultaat.

De uitdaging is in ieder geval om een zo laag mogelijke RVV te bereiken (hoe goedkoper vreemd vermogen wordt aangetrokken, hoe beter) en een zo hoog mogelijke REV (wat het bedrijf aantrekkelijker maakt voor aandeelhouders). En daarnaast om continu de RTV te vergelijken met de RVV. Indien RTV hoger is dan RVV, dan loont het om te geld te lenen. Indien RVV hoger is dan RTV dan loont het juist om schulden sneller af te lossen (mits de liquide middelen aanwezig zijn).