We hebben vorige week geleerd dat scheikunde gaat over stoffen. Al deze stoffen zijn opgebouwd uit hele kleine bouwstenen.
Deze bouwstenen noemen wij in de scheikunde moleculen. Iedere stof heeft zijn eigen soort moleculen en aan die moleculen kunnen wij de verschillende stoffen herkennen. Suiker bestaat uit andere moleculen dan water
De moleculen zijn weer opgebouwd uit atomen. Er zijn maar een beperkt aantal atomen. Op aarde komen 118 verschillende atoomsoorten, ook wel elementen genoemd, voor. Deze elementen zijn weergegeven in het periodiek systeem. De combinaties van atoomsoorten zijn er ontzettend veel. Je kunt dus heel veel soorten moleculen en dus heel veel verschillende stoffen maken.