Opgave 1
Reken om:
a 580 cm = ................ m
b 0,030 dm = ................ cm
c 0,075 cm = ................ dm
d 15 km =................. cm
Opgave 2
Noteer hieronder het omrekenrijtje voor kiloliter tot milliliter (kL-mL)
Opgave 3
Reken om:
a 280 ms = ................ s
b 0,0450 kN = ................ N
c 0,0135 cg = ................ dg
d 8815 kL =................. daL
Opgave 4
Inhoud bereken je door lengte x breedte x hoogte te doen.
Hierboven zie je 2 even grote kubussen (1dm =10 cm)
a Bereken de inhoud van blok P in dm3
|
Blok P Blok Q
b Bereken de inhoud van blok Q in cm3
Opgave 5
Reken om:
a 12 cm3 = ........................ m3
b 0,030 dm3 = ......................... cm3
c 0,075 dam3 = ......................... dm3
d 15 mm3 =.......................... dam3
Opgave 6
Reken om:
a 273 mL = .................... L
b 25,0 mL = .................... dm3
c 285 cm3 = .................... mL
d 0,352 L = ...................... mL
Opgave 7
Arent en Dotty meten samen de inhoud van hun huiskamer. Arent verricht de metingen met een meetlint. Na 5 minuten schrijft hij de metingen op en berekent de inhoud. Dotty wil het veel preciezer meten. Ze gebruikt een geodriehoek. Na 14 cm zet ze telkens een streepje en schuift ze de geo op. Het kost een hoop tijd maar na 1 uur en 10 minuten heeft ze alle metingen gedaan. Hieronder zie je de meetresultaten.
|
Arent |
Dotty |
Lengte |
12,4 m |
612,3 cm |
Breedte |
6,0 m |
1216,8 cm |
Hoogte |
2,7 m |
273,1 cm |
a Leg uit wie naar jouw mening het beste gemeten heeft.
b Kun je de afwijkingen in de meetresultaten verklaren? (noem minimaal 2 dingen)
c Bereken de inhoud van de huiskamer met de metingen van Arent in liters.
d Bereken de inhoud van de huiskamer met de metingen van Dotty in liters.
e Reken beide gegevens om in m3. In hoeveel cijfers nauwkeurig zou je in inhoud (in m3) van de huiskamer kunnen opschrijven?
Rekenen met samengestelde eenheden
Opgave 1
Reken om:
a 120 km/h = m/s
b 88 km/h = m/s
c 40 m/s = km/h
d 78 m/min = m/s
Je kunt op dezelfde manier nu ook andere samengestelde eenheden omrekenen. Je hoeft niet eens de eenheden te kennen.
Opgave 2
Reken om:
a 68 J/kg = kJ/g (J = joules)
b 800 V/m = kV/km (V = volt)
c 400 kN/hm = N/m
d 0,345 j/s = kJ/h
Er bestaan ook samengestelde eenheden met machten. Deze kun je ook omrekenen.
Rekenvoorbeeld:
Reken om:
56,0 dag/cm3 = kg/L
56 dag = 0,56 kg
1 cm3 = 0,001 dm3 = 0,001 L
Massa (kg) |
0,56 |
560 |
Volume (L) |
0,001 |
1 |
Dus 560 kg/L
Opgave 3
Reken om:
a 34 mg/mL = g/cm3
b 2,99 g/L = kg/m3
c 0,045 kg/L = mg/mL
d 509 cg/dam3 = hg/L
Je kunt op dezelfde manier nu ook andere samengestelde eenheden omrekenen. Je hoeft niet eens de eenheden te kennen.
Opgave 4
Reken om:
a 809 J/m3 = kJ/L
b 45 m/s2 = km/s2*
c 780 J/A2 = mJ/mA2
d 987 W/cm2 = W/m2* = VWO opgave
Opgave 5
Arent en Dotty meten de dichtheid (aantal gram per 1milliliter) van suiker. Arent giet wat suiker in een maatcilinder, leest het volume af en bepaalt de massa. Dotty is het er niet mee eens. Arent meet het volume van de lucht tussen de suikerkorrels ook mee. Dotty besluit het anders aan te pakken. Ze meet een hoeveelheid water in een maatcilinder af. Doet daar 100 gram suiker bij en leest nu het nieuwe volume af.
a Leg uit wie volgens jou de beste methode heeft.
Resultaten en berekeningen van Arent
Massa suiker: 45 gram
Volume suiker 28 mL
Massa (g) |
45 |
|
Volume (mL) |
28 |
1 |
b Bereken de dichtheid van suiker op de manier van Arent in g/mL
Resultaten van Dotty:
Massa suiker 100 gram
Volume water begin 100 mL
Volume water eind 155 mL
c Bereken de dichtheid van suiker op de manier van Dotty in g/mL
d Reken beide dichtheden om in kg/m3
VWO stof:
Opgave 6
Arent en Dotty kopen een mooie nieuwe auto. Ze noemen hun auto broem. Ze willen graag de dichtheid van Broem weten. Broem heeft een massa van 1299 kg en een volume van 1,75 m3.
a Bereken de dichtheid van Broem in g/mL (maak een verhoudingstabel zoals in opgave 5)
De familie gaat op vakantie en ze stouwen Broem helemaal vol. Dotty (68 kg) heeft 2 koffers van 30 kg per stuk. Arent (88 kg) neemt ook een tas mee van 20 kg. Alle tentbenodigdheden en tent wegen samen 35 kg. Arent zegt: Nu is de dichtheid van de auto wel 2 x zo groot geworden. Natuurlijk is Dotty het er niet mee eens. Zij denkt dat de dichtheid minder dan 2x is toegenomen.
b Bereken wie er gelijk heeft.