• Structuur: waarneembare oneffenheden/de zichtbare aard of eigenschappen van een oppervlak
• Textuur: de voelbare aard van een oppervlak
• Factuur: sporen van het gereedschap
1) Beschrijf in je eigen woorden de structuur van de badspons hierboven.
2) Beschrijf ook de textuur van de badspons hierboven.