4a. Onderzoek

Het Burgerweeshuis https://youtu.be/EVEgShS2cg4

TRacy Metz over het Burgerweeshuis https://youtu.be/OrOVIhTHfIA

Het voormalige Burgerweeshuis aan het IJsbaanpad in Amsterdam-Zuid werd in 1958-1960 gebouwd door Aldo van Eyck en is het eerste voorbeeld van het structuralisme. Aldo van Eyck verwierf ermee veel aanzien in binnen- en buitenland. Het gebouw is opgebouwd uit 328 kleine eenheden, vier enkellaags grote eenheden, vier grote eenheden met een verdieping en een opgetild langwerpig volume met daaronder de ondergrondse fietsenstalling. De verschillende eenheden zijn gegroepeerd rond enkele patio's en een binnenplaats.

Aldo van Eyck werd op 16 maart 1918 in Driebergen geboren als zoon van de dichter P.N. van Eyck. Na een studie Bouwkunde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag (1935-38) vertrok hij naar Zürich waar hij ging studeren aan de Eidgen"ssische Technische Hochschule (1938-42). 

In 1946 was Aldo van Eyck gaan werken bij de afdeling Stadsontwikkeling van de dienst Publieke Werken in Amsterdam. In deze hoedanigheid ontwierp hij onder meer 730 speelplaatsen door de hele hoofdstad. In de architectuur spelen kinderspeelplaatsen een marginale rol, maar in Van Eycks gedachtengoed zijn het essentiële ruimtes in een stad.

In 1951 startte Aldo van Eyck zijn eigen architectenbureau. Met de realisatie van het Burgerweeshuis kreeg zijn architectonische stem ineens een groot gehoor. Het complex is opgezet als een kasbah, met ruimtes die in elkaar overvloeien, maar ook autonoom kunnen functioneren. Spannend is de interactie tussen binnen- en buitenruimtes in het interieur. Van Eyck sprak in zijn theoretische onderbouwing van zijn architectuur vaak over 'duofenomenen': tegengestelde begrippen die samen een paar vormen, zoals binnen-buiten, groot-klein, dynamisch-statisch. In het Burgerweeshuis worden dit soort contrasten met grote vaardigheid bespeeld. Van belang is ook dat Van Eyck in het Burgerweeshuis elementen uit niet-westerse culturen introduceerde, waarmee hij het puur westerse modernisme van nieuwe impulsen voorzag.

Na het weeshuis was het lange tijd stil. Pas in 1966 en 1969 werden de volgende belangrijke bouwwerken opgeleverd: een expositiepaviljoen voor de Sonsbeektentoonstelling (1966), de Pastoor van Ars-parochie in Loosduinen (1969) en het woonhuis van vormgever/kunstverzamelaar Martin Visser in Bergeyk (1969). In alledrie gebouwen introduceert hij de cirkel als een wezenlijk element in de plattegrond, een verwijzing naar de Afrikaanse kraal-architectuur. In 1972 zou Van Eyck zelfs werkelijk in een andere cultuur gaan bouwen en woningbouw in Peru realiseren. Rond diezelfde tijd werkte Van Eyck samen met Theo Bosch - met wie hij inmiddels een bureau voerde - mee aan de volkshuisvesting in het Nieuwmarktgebied in Amsterdam.

De beladen erfenis van Aldo van Eyck

Gebouwen van Aldo van Eyck