Er is een aantal dingen waar je rekening mee dient te houden tijdens manoeuvreren in een haven waar ijs ligt.
- Vaak breken ijsbrekers het ijs vlak voor vertrek of aankomst van een schip.
Hun schroeven maken veel kleine brokjes ijs.
Wanneer die in de aanzuig van het koelwater komen zullen ze gaan samenklonteren en de boel afsluiten.
Informeer de MK zodat ze de inlaat van het koelwater op de lage inlaat kunnen zetten (meestal in het vlak)
Veel schepen die in arctische streken varen hebben zelfs tankkoeling.
-Zorg dat je tijdens het manvr zo weinig mogelijk contact maakt met de zijde van het schip en het ijs. (Groter oppervlak = grotere weerstand)
-Besef dat de boegschroef wel eens onbruikbaar zou kunnen zijn.
IJs is zwaar en de kracht van een boegschroef is beperkt.
- Breek het ijs met de boeg. Die is ervoor ontworpen.
-Maak gebruik van een ervaren roerganger.
- Een schip in het ijs heeft grotere roerhoeken nodig om te doen wat het moet doen.
Tegelijk heb je bij grotere roerhoeken meer kans op roerschade.
Voorzichtig aan steeds een beetje meer roer geven, dus, ipv in één keer een grote roerhoek.
-Besef om welk punt het schip doorgaans draait en maak gebruik van dat draaipunt.
Daarbij is het blokfcoëfficient van belang.
-Houd er ekening mee dat de draaicirkel van het schip heel anders kan zijn in ijs dan in water.
Dat kan zowel groter als kleiner zijn.
- Het roer is niet ontworpen voor grote krachten vanaf achteren.
Houd het roer midscheeps bij achteruit slaan.
Zo kan het ijs zich er niet tegenaan verzamelen.
-Hoe dieper het schip ligt hoe meer kans dat de voorstuwingsmiddelen onder de ijslaag komen of er minder last van hebben.
Ballast het schip zo diep mogelijk af.
Een beetje trim achterover is dan aan te raden.