Voer het gesprek:
Bespreek de volgende vragen in groepjes of tweetallen:
Spricht miteinander - in Paare oder in Gruppen
* Ben je wel eens in Duitsland geweest? Waar ben je geweest en met wie?
Warst du schon mal in Deutschland ? wo warst du und mit wem?
* Heb je toen met Duitse mensen gesproken?
* Hast du mit Deutschen Leuten gesprochen?
* Hoe vind je het om Duits te kunnen spreken?
* Wie findest du es um Deutsch zu sprechen?