Een uurtje spreekles

Bij veel ISK's staat voor één uur (of meer) per week 'spreken' op het lesrooster. Tijdens dit lesuur dient er gericht aan het verbeteren van de spreekvaardigheid te worden gewerkt. Wat de docent tijdens dit lesuur moet doen, is soms niet duidelijk. Gebruikmaken van een gestructureerde lesmethode kan dan helpend zijn. Uit het schema waarin vier methodes met elkaar vergeleken worden, blijkt dat de lesmethode 'Praat je mee?' veel handvatten biedt voor de docent. De lesmethode is geschreven naar aanleiding van de streefdoelen NT2 en is daarmee passend bij het curriculum NT2.

In het Europees referentiekader (Het ERK-model, 2020) worden zes taalniveaus beschreven, waarmee de mate van taalvaardigheid vastgesteld kan worden. Voor het (regulier) taalonderwijs in Nederland zijn deze zes taalniveaus omgezet naar vier referentiekaders. Op de ISK worden echter de taalniveaus gehanteerd. Voor NT2-leerders is het Raamwerk NT2 samengesteld (Dalderop, Liemberg, & Teunisse, 2002) en daarbij zijn streefdoelen NT2 opgesteld. Op de ISK binnen het voortgezet onderwijs zijn er streefdoelen voor vier verschillende niveaus (routes): alfabetisering en route 1, 2 en 3. De routes zijn doorstroom- of uitstroomroutes naar het reguliere vo, het mbo of de vavo. De streefdoelen richten zich op vijf gebieden: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. Voor alle ISK-niveaus geldt ‘op weg naar A2’ als het minimale streefdoel voor alle gebieden. Deze streefdoelen kunnen beschouwd worden als een curriculum. Het curriculum richt zich op de inhoud van het onderwijs, het geeft inzicht in wat leerlingen moeten kennen en kunnen aan het einde van een bepaald onderwijstraject. In een leerlijn wordt hier dieper op ingegaan. Zo kan een leerlijn lesvoorbeelden geven, onderwijsprogramma’s of een lessentabel schetsen, tips geven met betrekking tot de didactische aanpak en/of toetsing en verwijzen naar mogelijk geschikt lesmateriaal. Bij een hoger niveau geldt uiteraard een hoger streefdoel. Het curriculum en de leerlijn per niveau bieden docenten houvast: ze weten wat er in de les behandeld moet worden (LOWAN, 2021). Bij het spreekonderwijs dat ik verzorg, mis ik de informatie uit het curriculum. Het is mij (en mijn collega’s) niet duidelijk wat de streefdoelen zijn voor de leerlingen in de startklas. Van de meeste leerlingen is de route nog niet vastgesteld. Er zitten daardoor leerlingen met verschillende niveaus in één groep. Ook weten we niet goed welk taalniveau er verwacht wordt bij het doorstromen naar een volgende klas. We maken als team geen gebruik van het curriculum, terwijl dat juist heel helpend kan zijn.

Een andere kant van de taalniveaus en het curriculum is dat leerlingen soms minder kansen krijgen doordat ze niet op het juiste moment over een bepaald taalniveau beschikken. Elk kind heeft zijn eigen unieke vaardigheden en zwaktes en die zijn niet te vangen in een uniform niveau waar je op of onder kunt zitten (van Gelderen, 2016). Voor die leerlingen zou het goed zijn als de taalniveaus vervallen.