Lees de tekst hieronder
Ooit was Nederlands-Indië begonnen als een gebied waar de V.O.C. (Vereenigde Oostindische Compagnie) handel dreef voor specerijen. Er was geen sprake van een echte kolonie, maar slechts kleine handelsposten.
Uiteindelijk koloniseerden de Nederlanders het gebied om er veel geld aan te verdienen. De inheemse bevolking moest een deel van hun opbrengst van hun land aan de Nederlanders geven en kregen daar weinig tot niets voor terug. Specerijen, rubber, koffie en tabak werden door de Nederlanders duur doorverkocht. In Nederlands-Indië was ook veel olie te vinden, een grondstof die steeds belangrijker werd aan het begin van de 20ste eeuw.
De Nederlanders voelden zich ook verplicht om iets terug te doen. Ze bouwden ziekenhuizen en scholen, maar deden dit vooral omdat ze zich als superieur zagen. De Nederlanders vonden dat ze de inheemse bevolking moesten opvoeden. Dit werd ook wel 'white mans burden' (de last van de blanke) genoemd.
Japan was geen kolonie, maar probeerde juist zelf zijn rijk te vergroten. Nog voor de Tweede Wereldoorlog begon was Japan al druk bezig met zijn grondgebied uitbreiden. Dit moest ook wel volgens de Japanners, want op hun eigen grondgebied bevonden zich te weinig grondstoffen. Met name olie was nodig om van Japan een sterk land te maken. Onder andere Korea, delen van China en Taiwan werden al door Japan ingelijfd voordat de Tweede Wereldoorlog losbarstte. Ook was er een oorlog met de Sovjet-Unie, die Japan verrassend won. Maar dat was niet genoeg. Japan wilde meer en andere landen, waar onder de Europese kolonisatoren van Zuid-Oost Azië, vonden dat zorgwekkend.
Japan wilde voorkomen dat de Verenigde Staten zich in de oorlog zouden mengen en besloten dat aanval de beste verdediging was. "Strike first and strike hard". Val als eerste aan en doe dat zo hard mogelijk. Dat deed Japan bij de aanval op Pearl Harbor. Daar lees je meer over in de volgende bron.