Hechtingen kunnen op de volgende manier gemaakt worden:
Enkelvoudig geknoopte hechtingen: de wond wordt gehecht met meerdere hechtingen, elke hechting gaat door alle huidlagen heen en wordt individueel geknoopt.
Individueel geknoopte verticale matrashechtingen: deze hechtingen worden ook wel Donati-hechtingen genoemd. Bij deze techniek wordt eerst, net als bij de enkelvoudig geknoopte hechtingen, met de naald in de huid gestoken. Dit is alleen wat verder van de wond af. De naald komt er aan de andere kant weer uit. Daarna wordt hij teruggestoken, iets dichter bij de wond, en komt hij er weer aan de tegenovergestelde kant uit. Daar wordt de knoop gemaakt.
Doorlopende intracutane hechting: De wond wordt hier in de lengterichting gehecht. Er wordt één insteekopening boven de wond gemaakt, waar een knoopje in wordt gelegd. Daarna wordt de huis met een soort zigzagtechniek onderhuids dichter bij elkaar gebracht. Aan het einde komt de hechtdraad weer aan de oppervlakte en wordt een tweede knoopje gemaakt.
Doorlopende intracutane hechting: Dit is een matrashechting die onder de huid doorloopt.