Voor het verwijderen van hechtingen moet je de volgende materialen klaarzetten;
1. Maak je handen goed schoon.Bij zichtbaar vuil met zeep en water, anders met handalcohol.
2. Zet alle materialen klaar, zodat je er makkelijk bij kunt.
3. Laat de zorgvrager een gemakkelijke houding aannemen.
4. Trek niet-steriele handschoenen aan.
5. Als er verband over de hechting zit, verwijder je dat en gooi je het in de prullenbak.
6. Inspecteer de wond en kijk of er sprake is van roodheid, pusvorming, zwelling en/of lelijke wondranden.
7. Pak de stitchcutter/schaar in je ene hand en het pincet in je andere hand.
8. Trek de knoop of knopen van de hechting met het pincet iets omhoog.
Het vervolg hangt af van het soort hechting dat is gebruikt: een enkelvoudig geknoopte hechting of een doorlopende rijgdraad.
Enkelvoudig geknoopte hechting
9. Snijd of knip met de stitchcutter of schaar de hechting door. Doe dit vlak onder de knoop en verwijder de hechting vervolgens door deze aan de knoop onder de huis door te trekken.
10. Deponeer de stitchcutter in de naaldencontainer en leg de overige instrumenten in het bakje.
11. Kijk of de wondranden mooi aansluiten. Plaats eventueel Steri-strips.
12. Mocht het nodig zijn kun je de wond nog afdekken met (waterdicht) verband.
13. Doe de handschoenen uit.
14. Ruim alles op.
15. Maak je handen goed schoon. Was of desinfecteer je handen.
16. Noteer de handeling en eventuele bijzonderheden.
Doorlopende rijgdraad
9. Snijd of knip met de stitchcutter of schaar aan een kant van de wond de hechting door, vlak onder de knoop en niet te dicht op de huid. Pak de hechting aan de andere kant van de wond vast en verwijder deze door de hechting onder de huid door te trekken.
10. Deponeer de stitchcutter in de naaldencontainer en leg de overige instrumenten in het bakje.
11. Kijk of de wondranden mooi aansluiten. Plaats eventueel Steri-strips.
12. Mocht het nodig zijn kun je de wond nog afdekken met (waterdicht) verband.
13. Doe de handschoenen uit.
14. Ruim alles op.
15. Maak je handen goed schoon. Was of desinfecteer je handen.
16. Noteer de handeling en de eventuele bijzonderheden.