Het werkstuk moet door de decaan en je docent Nederlands als voldoende of goed beoordeeld worden.
Bij het beoordelen van het profielwerkstuk wordt zowel de inhoud, als de manier waarop je het gemaakt hebt, beoordeeld (zie beoordelingsmodel). Een onvoldoende beoordeling betekent dat je niet kunt starten aan het examen.
De titel en de beoordeling (v/g) van het werkstuk worden op je diploma vermeld.
Daarnaast telt het werkstuk en de presentatie mee als cijfer voor het vak Nederlands.